Präpositionen und sprechen üben

1 / 27

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Lesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Präpositionen und sprechen üben

Slide 1 - Slide

Ziele für heute:

Je kent de voorzetsels in de derde en vierde naamval.

Je kunt iets in het Duits omschrijven en iets bestellen in een restaurant.

Slide 2 - Slide

Hoe vond je de naamvallen ook al weer?

Hast du noch Currywurst gegessen?
Stap 1:
zoek het gezegde
Stap 2:
Zoek het onderwerp wie/wat + gezegde

Slide 3 - Slide

Hoe vond je naamvallen ook alweer?

Hast du noch Currywurst gegessen?
Stap 3:
Zoek het lijdendvoorwerp wie/wat +gezegde+onderwerp

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

wat is een voorzetsel?

Waar staat een voorzetsel?
Een voorzetsel staat voor een zelfstandig naamwoord of lidwoord.

Slide 7 - Slide

Bijvoorbeeld:

Voor het huis- vor dem Haus

naar de supermarkt - Zu dem Supermarkt

om de hoek - um die Ecke

Slide 8 - Slide

Voorzetsels:

Sommige voorzetsels kunnen alleen in de derde of vierde naamval staan

Slide 9 - Slide

Voorzetsels in de derde naamval:

aus - bei

mit - nach

seit- von

Slide 10 - Slide

Bijvoorbeeld:

Er wohnt bei seinem Vater.

Ich komme mit dem Auto.

Sie kommt nach einer Stunde.

Slide 11 - Slide

Voorzetsels in de vierde naamval

durch - für

gegen - ohne

um - bis

Slide 12 - Slide

Bijvoorbeeld:

Er kommt durch die Tür.

Sie kauft es für die Mutter.

Er geht ohne seinen Vater.

Slide 13 - Slide

An die Arbeit

Aufgabe 8, seite 117

timer

8:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Programm:

~~Grammatik~~

Lesen und hören

sprechen

Slide 18 - Slide

Ist Zucker ungesund?

Aufgabe 3

Seite 113

timer

6:00

Slide 19 - Slide

Tekst

Slide 20 - Slide

Ist Zucker ungesund?

Aufgabe 4

Seite 114

Slide 21 - Slide

Socrative

Code: WIERSEMA4892

https://kinder.wdr.de/tv/neuneinhalb/sendungen/schule-und-lernen/sendung-chatgpt-im-klassenzimmer-100.html

Bis 06:33

Slide 22 - Slide

Programm:

Hausaufgaben

grammatik

lesen und hören

sprechen

Slide 23 - Slide

Sprechen üben

Je krijgt met je groepje van vier personen

een set kaartjes met woorden uit Kapitel 1

je omschrijft het woord in het Duits.

Slide 24 - Slide

Sprechen üben

Jullie krijgen een gesprek die je in tweetallen gaat oefenen

maak een keuze wie welke rol doet en begin met de oefening.

Heb je beide rollen gedaan, wissel je van rol

timer

5:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Was haben wir heute gelernt?

Leerdoelen:

Je kent de voorzetsels in de derde en vierde naamval.

Je kunt iets in het Duits omschrijven en iets bestellen in een restaurant.

Slide 27 - Slide

Präpositionen und sprechen üben

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

More lessons like this

3ha

Vwo 2 - Woche 14 - Stunde 1

PS2 - Woche 16 - Stunde 1

Klas 2TH1 Lesweek 38 les 3

Woche 25 BKTHA

Woche 25 BKTHA

V2 - K9 - wiederholen Grammatik + Paragraf E: Sprechen

Woche 25 BKTHA