What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
LES 37 & 45 - HERHALEN
LES 37 45 46 53
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
LES 37 45 46 53
Slide 1 - Slide
LEZEN - 15 min
Lees in je boek het vak 'belangrijk'.
Daarna lezen we samen beide teksten op blz 6 en 7
Pak vast je werkboek, schrift en leesboek
Slide 2 - Slide
LES 37 & 45 - Na deze les ....
Weet je wat een voltooid deelwoord is.
Weet je wat persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden zijn.
Slide 3 - Slide
Welk voltooid deelwoord hoort bij de afbeelding?
Slide 4 - Slide
GE
maak
T
GE
scoor
D
GE
leer
D
BE
zoch
T
Slide 5 - Slide
Persoonlijk en Bezittelijk Voornaamwoord
Wie kan 1 zin noemen met een persoonlijk voornaamwoord
Wie kan 1 zin noemen met een bezittelijk voornaamwoord
Wie kan 1 zin noemen met een persoonlijk EN bezittelijk voornaamwoord
Slide 6 - Slide
Is deze zin correct?
Hun hebben gelijk
Slide 7 - Slide
Persoonlijk
en
bezittelijk
voornaamwoord
"
Zij
hebben gelijk"
"Dat is
mijn
moeder"
“
Mijn
moeder staat altijd voor
mij
klaar.”
“Gaan
we
naar zijn huis of naar
jouw
huis?”
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
BELANGRIJK
Een voltooid deelwoord begint vaak met
ge-, be-, ver- of ont-.
Het eindigt op
-en, -t of -d.
Het wordt nooit gebruikt als persoonsvorm. (zie volgende slide)
Slide 11 - Slide
LES 37 45 46 53
Slide 12 - Slide
Persoonlijk
en
bezittelijk
voornaamwoord
“
Mijn
moeder staat altijd voor
mij
klaar.”
“Gaan
we
naar zijn huis of naar
jouw
huis?”
Slide 13 - Slide
BELANGRIJK
Een voltooid deelwoord begint vaak met
ge-, be-, ver- of ont-.
Het eindigt op
-en, -t of -d.
Het wordt nooit gebruikt als persoonsvorm. (zie volgende slide)
Slide 14 - Slide
BELANGRIJK
Een voltooid deelwoord begint vaak met
ge-, be-, ver- of ont-.
Het eindigt op
-en, -t of -d.
Het wordt nooit gebruikt als persoonsvorm. (zie volgende slide)
Slide 15 - Slide
Soms is het lastig....
"hun".
...
hun
hebben gelijk
>> is fout
"als mij".
... groter
als mij
>> is fout
"als jou".
.. ik ken niemand die zo vaak te laat komt
als jou
>> is fout
"jouw"
... Wij zagen
jouw
in de stad gisteren
>> is fout
Slide 16 - Slide
Dit 'moet' je weten....
Zij
hebben gelijk (dus niet '
hun
' hebben gelijk)
Jij bent groter
dan mij
(..dus niet '
als mij
')
Ik ken niemand die vaker te laat komt
als jij
(dus niet 'als jou')
Wij zagen
jou
gisteren in de stad
(dus niet 'jouw')
Slide 17 - Slide
ZELFSTANDIG MAKEN
MAKEN KERNBLADEN
* MAAK KERNBLAD LES 37 & 45
>> Waar vind je die?
Slide 18 - Slide
More lessons like this
LES 45 - HOE GEBRUIK JE PERSOONLIJKE EN BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN?
March 2025
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
LES 37 - HOE SCHRIJF JE EEN VOLTOOID DEELWOORD
March 2025
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
OEFENEN HERHALEN 37-45-46-53
May 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
LES 46 - HOE GEBRUIK JE VERWIJSWOORDEN?
March 2025
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Oefenen en herhalen
May 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Talent 3,8 Voltooid deelwoord van ww
November 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2,3
LES 53 - HOE WEET JE OF DE PERSOONSVORM EINDIGT OP -D OF -T?
March 2025
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
De voltooide tijden
15 days ago
- Lesson with
32 slides
2B
Secundair onderwijs