La rutina diaria
1 / 15
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is er ANDERS aan de werkwoorden 'volver' en 'acostarse' in vergelijking met andere werkwoorden?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Video
¿Cómo se llama el gato?
Slide 4 - Open question
¿A qué hora se levanta?
Slide 5 - Open question
¿Cómo va al trabajo?
Slide 6 - Open question
¿A qué hora vuelve a casa?
A
16:30
B
17:30
Slide 7 - Quiz
¿Dónde cena (dineert) Sam?
Slide 8 - Open question
¿Qué hace (doet) Sam a las diez de la noche?
A
hij kijkt tv
B
hij gaat naar bed
C
hij doet boodschappen
Slide 9 - Quiz
¿Qué hace (doet) Sam los fines de semana?
A
hacer las compras (boodschappen)
B
ir a las discotecas
C
ir al parque
D
ir de copas con amigos (iets gaan drinken met vrienden)
Slide 10 - Quiz
¿A qué hora te levantas?
Geef antwoord in een HELE zin.
Geef antwoord in een HELE zin.
Slide 11 - Open question
¿A qué hora te acuestas?
Geef antwoord in een HELE zin.
Geef antwoord in een HELE zin.
Slide 12 - Open question
¿A qué hora ves la televisión?
Slide 13 - Open question
Yo
a
ducho
me
las siete
de
la mañana
Zet de zinsdelen in goede volgorde. Denk aan de zinsbouw van een Spaanse zin. BEGIN MET ROZE.
1
2
3
4
5
6
7
