Woordenschat en een rijke taalleeromgeving

woordenschat en een taalrijke leeromgeving
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolHBOGroep 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

woordenschat en een taalrijke leeromgeving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

verwachtingen

Slide 3 - Mind map

wat verwacht je van de workshop?
Twee onderwerpen
woordenschat
taalrijke leeromgeving
even opfrissen

woordenschat en methodes

de meertalige leerling

woordenschat zichtbaar maken

actief aan de slag

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

woordenschat

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

nieuwe woorden?
eind groep 2: 3000 woorden
gr 3: 1500 woorden 
gr 4: 1500 woorden
gr 5: 1500 woorden
gr 6: 1500 woorden
gr 7: 1500 woorden
gr 8: 1500 woorden      --->             eind groep 8: 10.000 woorden
40 woorden per week.

12 per dag

Slide 7 - Slide

dus rond de 50 woorden per week. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

nuance
Kinderen leren woorden niet alleen op school. Thuis, op de sportclub, op televisie, bij het spelen, leren kinderen ook Nederlands.

Heeft het kind dit netwerk niet?
Dan moet er actie worden ondernomen!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
consolideren
voorbewerken
controleren
semantiseren

Slide 11 - Drag question

sleepvraag: wat is de juiste volgorde? van de viertakt?

Slide 12 - Video

even opfrissen met een filmpje
wat is het allerbelangrijkste bij woordenschat?
A
voorbewerken
B
herhalen
C
herhalen
D
semantiseren

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Kinderen moeten woorden in verschillende contexten en momenten ervaren om ze te laten beklijven. 
herhaling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

meer informatie?
Lees de kwaliteitskaart woordenschat .
Hierin staan tips beschreven mbt de 4takt van Verhallen. Ook staan er voor alle bouwen een voorbeelden beschreven bij elk onderdeel van de 4takt.

https://www.leraar24.nl/app/uploads/Woordenschat_PO_Bijlage2_Kwaliteitskaarten-Woordenschat-gebundeld.pdf  


Kwaliteitskaart

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

er is niet één juiste aanpak
The National Reading Panel (2000): 
  1. directe en indirecte instructie
  2. herhaling
  3. veelvuldig confronteren met nieuwe woorden
  4. woorden in contexten plaatsen
  5. actieve betrokkenheid bij leerlingen creëren
  6. gebruik maken van multimedia
  7. taal in alle vakken
  8. inzet van de moedertaal

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

directe instructie
indirecte instructie

Het expliciet aanbieden van vooraf gekozen woorden.

Dit zijn woorden uit de methode, maar het kunnen ook woorden uit leesteksten, opdrachten of dagelijkse situaties zijn.

De kinderen hulpmiddelen aanbieden om zelf de betekenis te achterhalen of om de opdracht uit te kunnen voeren:

- stappenplannen
- beeldwoordenboeken
- google translate
- veilige zoekmachine

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

woorden in context

Slide 18 - Slide

hoe maak je woordenschat visueel? mbv clusters. Door woorden in samenhang aan te bieden blijft het beter hangen.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

actieve betrokkenheid
Placemat
Ren je rot
Mix en Koppel

Slide 20 - Slide

http://cooperatieflerenolo.weebly.com/cooumlperatieve-structuren.html 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

samenvatten

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

wat hebben meertalige leerlingen van ons nodig?
A
meer leertijd
B
meer lestijd
C
meer leestijd
D
meer woordenschat

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

waar ligt de basis?
A
woordenschat
B
woordenschat
C
woordenschat
D
woordenschat

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

wat kan je inzetten om de woordenschat te vergroten?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

de taalrijke leeromgeving

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

waar denk je aan bij een taalrijke leeromgeving?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

impliciet leren
*veilige omgeving
*experimenteren
*uitnodigend
*beschikbaar materiaal
*leren fietsen
*leren van elkaar

Slide 28 - Slide

taal leren blz 26/27 + 54

Slide 29 - Slide

taal leren blz 73