Fictie - literaire begrippen - klas 2

Fictie - Wat weet jij ervan?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Fictie - Wat weet jij ervan?

Slide 1 - Slide

Fictie - Wat is fictie?
A
Verzonnen verhalen
B
Biografie
C
Informatieve verhalen
D
Autobiografie

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie
Non-fictie
Non-fictie

Slide 4 - Drag question

Wat is je favoriete genre bij fictie?

Slide 5 - Poll

Wat is het verschil tussen
realistische en non-realistische fictie?

Slide 6 - Open question

Dit maakt een verhaal realistisch
Dit maakt een verhaal niet-realistisch
Mensen lijken echt in wat ze doen en zeggen.
De wereld waarin het verhaal zich afspeelt is verzonnen.
Er komen verzonnen wezens / fantasiefiguren voor.
Er komen mensen / plaatsen voor die echt hebben bestaan.
De gebeurtenissen zijn in werkelijkheid ook mogelijk.

Slide 7 - Drag question

Een realistisch verhaal is...
A
Harry Potter
B
Oorlogswinter
C
Pinkeltje

Slide 8 - Quiz


Ik dacht: waarom kijkt hij me zo aan?
Wat is het perspectief?
A
ik-perspectief
B
hij-perspectief

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen hoofd- en bijpersonages?

Slide 10 - Open question

Welke bekende hoofdpersonen
ken je? (film mag ook)

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Welke bekende bijpersonen
ken je? (film mag ook)

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide


In een chronologisch boek zitten geen flashbacks.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is de vertelde tijd?
A
De tijd die verstrijkt in het verhaal.
B
De tijd die het duurt om het verhaal te vertellen.
C
Fragment waarin een personage vertelt.

Slide 16 - Quiz

Vertelde tijd
Chronologisch
Niet-chronologisch
Flashback
De tijd die in het verhaal verstrijkt.
Op volgorde van tijd
"overmorgen-vandaag-morgen"
Terugblik

Slide 17 - Drag question

New York (plaats)
Middelbare school (ruimte)
Zweinstein/
Hogwarts (ruimte)

Slide 18 - Drag question

Wat is géén karaktereigenschap?
A
vrolijk
B
enthousiast
C
klein
D
chaotisch

Slide 19 - Quiz

Na lang twijfelen besloot hij de lift te nemen. Hij kon op dat moment nog niet voorzien welke gevolgen dat had.
A
vertraging
B
flashback
C
vooruitwijzing
D
science fiction

Slide 20 - Quiz

Wat is geen spanningstechniek?
A
vermoeden
B
bedreigende situatie
C
cliffhanger
D
open einde

Slide 21 - Quiz


Genre?

A
Avonturenroman
B
Historische roman
C
Psychologische roman
D
Science fiction

Slide 22 - Quiz


Tot welk genre behoort dit boek?
A
psychologisch
B
science fiction
C
historisch
D
liefde

Slide 23 - Quiz