Fotografie basics

Fotografie basics
Fotografie is de kunst van het vastleggen van momenten en emoties. In deze presentatie kijken we naar essentiële concepten die de kern vormen van geweldige foto's.
1 / 47
next
Slide 1: Slide
CkvMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Fotografie basics
Fotografie is de kunst van het vastleggen van momenten en emoties. In deze presentatie kijken we naar essentiële concepten die de kern vormen van geweldige foto's.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Maar eerst ...
Wie zitten hier eigenlijk? Stel jezelf voor met je voornaam 
en met de verwachtingen die je hebt van deze twee lessen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maar eerst ...
Wie zitten hier eigenlijk? Stel jezelf voor met je voornaam 
en met de verwachtingen die je hebt van deze twee lessen.

Slide 3 - Slide

Er volgen nu enkele basisbegrippen in de fotografie. Schrijf die op.
Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
compositie
C
afsnijden
D
kleur

Slide 4 - Quiz

  • regel van derden
  • andere mogelijkheid: symmetrie
Compositie in fotografie
Compositie betekent hoe je dingen in een foto rangschikt, zodat het er mooi uitziet. Denk aan waar je het belangrijkste ding in je foto plaatst. Gebruik vaak de 'regel van derden', wat betekent dat je je onderwerp niet in het midden zet, maar aan de zijkant. Dit maakt je foto meestal interessanter

Slide 5 - Slide

Leg uit wat compositie in fotografie is en waarom het belangrijk is.
Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
kleur
B
compositie
C
afsnijden
D
belichting

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

belichting
Belichting gaat over hoeveel licht er in je foto komt. Je kunt natuurlijk licht (van de zon) of kunstmatig licht (bijvoorbeeld lampen) gebruiken. Licht kan ook hard (sterk) of zacht (mild) zijn. Het tijdstip van de dag kan ook invloed hebben op hoe je foto eruitziet.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
standpunt / perspectief
B
compositie
C
belichting
D
kleur

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Standpunt en Perspectief:
Dit betekent waar je de camera plaatst om een foto te maken. Het beïnvloedt hoe dingen eruitzien. Als je laag bent, zullen dingen groot lijken, en als je hoog bent, lijken ze kleiner.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Mijn doel was om een stand- en perspectiefoto te maken waarbij ik wilde laten zien dat de paaltjes groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Bij het bekijken van de foto viel me op dat de kleuren goed gelukt zijn en de compositie met de lijnen onbedoeld geslaagd was. Echter, de lantaarnpaal stond scheef en verstoorde de lijnen, dus heb ik deze eruit geknipt om de compositie te verbeteren.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Bij het nemen van deze foto lag mijn focus op het benadrukken van stand en perspectief, wat succesvol bleek. Echter, ik wilde ook experimenteren met het draaien van de foto, wat resulteerde in een verrassend goede compositie met mooie lijnen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
afsnijding
C
scherptediepte
D
kleur

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Scherptediepte:
Dit gaat over wat er scherp en wazig uitziet in je foto. Soms wil je dat alles scherp is, en soms wil je dat alleen je onderwerp scherp is en de achtergrond wazig. Je kunt dit veranderen door je lens te kiezen en in of uit te zoomen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
compositie
C
afsnijden
D
kleur

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Afsnijden / croppen
Dit betekent dat je stukjes van je foto kunt afsnijden om alleen het deel te laten zien dat je belangrijk vindt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
compositie
C
afsnijden
D
kleur

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Kleur:
Kleur is belangrijk omdat het gevoelens kan oproepen. Bijvoorbeeld, rood kan passie laten zien en blauw kan kalmte uitstralen. Denk na over welke kleuren je wilt gebruiken om je foto krachtiger te maken.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Over welke fotografische term gaat deze foto?

A
belichting
B
beweging bevriezen
C
kleur
D
stand

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Beweging Bevriezen:
Als je bewegende dingen fotografeert, kun je ze op de foto laten lijken alsof ze stilstaan. Dit kan een coole foto opleveren, vooral als het onderwerp normaal gesproken beweegt."

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

En nu zelf!
Je doet deze les twee opdrachten. Je foto's upload je naar de locatie onder de QR-code in de volgende dia.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

opdracht 1 - compositie
Fotografeer hetzelfde object vanuit verschillende hoeken. Pas daarbij de regel van derden toe.
Upload je twee beste foto's.
timer
15:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

opdracht 2 - portretten
Fotografeer elkaar in tweetallen. Let daarbij op je achtergrond.
timer
15:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

de resultaten
PostImage

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Les 2

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de drie elementen van de belichtingsdriehoek?
A
Lensafstand
B
Sluitertijd
C
ISO
D
Diafragma

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er bij een hogere ISO-waarde?
A
Beter bij weinig licht
B
Meer ruis
C
Langzamere sluitertijd

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een lagere ISO-waarde?
A
Minder ruis
B
Snellere sluitertijd
C
Betere kwaliteit bij licht

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe beïnvloedt het diafragma de foto?
A
Diepte van het veld
B
Kleurtemperatuur
C
Lichtinval

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt beïnvloed door
de sluitertijd?
A
Lichtinval
B
Beweging van het onderwerp
C
Diafragma-instelling

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Portret en licht




Merle Oberon door Cecil Beaton

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Licht
Fotografie draait om licht. Zonder licht, hoe zwak ook, zou je geen foto kunnen maken.




Marlene Dietrich, Cecil Beaton, 1930

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Natuurlijk en kunstmatig licht


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Zijlicht

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Frontaal licht


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Tegenlicht


Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Scherptediepte
Stromae door Stephan Vanfleteren

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Stephan Vanfleteren

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Anton Corbijn

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

opdracht 1 - lichtbronnen
Fotografeer hetzelfde object met verschillende lichtbronnen. Let ook op schaduwen!
Bewerk je beste foto's online, bijvoorbeeld met Canva of Adobe Express..
timer
15:00

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

opdracht 2 - beweging
Maak een foto waarin je beweging kunt zien. Bewerk die online, bijvoorbeeld in Canva of Adobe Express.
timer
15:00

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

de resultaten
PostImage

Slide 47 - Slide

This item has no instructions