EHBO

EHBO
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

Items in this lesson

EHBO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

EHBO - Les 1
  • Ervaringen EHBO
  • 5 basisprincipes van EHBO 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke ervaring heb jij met EHBO?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ervaringen

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Vijf belangrijke punten
  1. Let op gevaar!
  2. Ga na wat er gebeurd is en daarna wat iemand mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Let op gevaar
Waar let je op?


Elektriciteit
Huisdieren
Kinderen > gevaarlijke stoffen
Uitzetten motor, handrem, afgaan airbags
Veiligheidsvest
Verkeer omleiden
Blussen beginnende brand

Slide 6 - Slide

Elektriciteit
Huisdieren
Kinderen > gevaarlijke stoffen
Uitzetten motor, handrem, afgaan airbags
Veiligheidsvest
Verkeer omleiden
Blussen beginnende brand
Verplaatsen van een slachtoffer
  • Niet doen!
  • Tenzij: gevaarlijke situatie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

2. Ga na wat er gebeurt is
  • Inschatten of er gevaar is en wat er met het slachtoffer gebeurt is
  • Slachtoffer
  • Omstanders
  • "Stille getuigen"
  • Geen omstanders, geen stille getuigen, slachtoffer bewusteloos? > ABC

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

3. Slachtoffer geruststellen
  • Zorg ervoor dat hij/zij je kan zien
  • Kniel naast het slachtoffer
  • Maak oogcontact
  • Noem je naam, vertel dat je een eerstehulpverlener bent
  • Je kan eventueel de hand van het slachtoffer vasthouden
  • Bij kinderen een knuffel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

4. Professionele hulp inschakelen
  • 112 bellen
  • Spoednummer van de huisarts
  • Huisartsenpost bellen
  • Het slachtoffer zelf een afspraak bij de huisarts laten maken. (Wanneer er geen directe hulp nodig is)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

112 - wat meld je?

  • meldt duidelijk of je ambulance, brandweer of politie nodig hebt
  • Aantal slachtoffers
  • Welk vermoedelijk letsel
  • Plaats straat en huisnummer / Herkenningspunt


  • Volg de aanwijzingen van de hulpdiensten en geef antwoord op hun vragen
  • Wanneer staak je de hulpverlening?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

5. Hulp verlenen aan slachtoffer 
  • Zijn er levensbedreigende letsels?
  • Buikligging / rugligging / zijligging
  • Hevig bloedverlies
  • Reanimeren

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bel 112 bij flauwte als....
A
bij flauwte bel je altijd 112
B
het so ook hevige rugpijn heeft
C
het so bleek ziet
D
als het so gaat zitten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke basisregel hoort er niet bij?
A
Let op gevaar
B
Ga na wat er gebeurd is en wat het slachtoffer mankeert
C
bel direct 112
D
zorg voor deskundige hulp

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
om te voorkomen dat de tong voor de luchtpijp zakt
B
om te voorkomen dat iemands hart stopt
C
dan stopt het hart minder snel met pompen
D
om te zorgen dat iemand warm blijft

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waar let je het eerste op als je een slachtoffer ziet liggen?
A
eigen veiligheid
B
veiligheid slachtoffer
C
veiligheid omstanders
D
Of het slachtoffer bij bewustzijn is

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Les 2 - EHBO
  • Verplaatsen van een slachtoffer
  • 3 vitale functies

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
Welke 5 basisprincipes zijn er bij EHBO?

Slide 19 - Open question

Let op gevaar!
Ga na wat er gebeurd is en daarna wat iemand mankeert
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
Zorg voor professionele hulp
Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit
Verplaatsen van een Slachtoffer
  • Ondersteunend lopen
  • Rautekgreep 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Vitale functies

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vitale functies

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Welke 3 vitale functies kennen wij als eerstehulpverlener?
Bloeddruk - Ademhaling - Bewustzijn
Ademhaling - Bloedsomloop - Bewusteloosheid
Bewustzijn - Ademhaling - Bloedsomloop

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

Wat controleer / meet je bij het bewustzijn?

Slide 27 - Open question

Aanspreekbaarheid
Alertheid

Wat controleer / meet je bij de ademhaling

Slide 28 - Open question

Ademhalingsweg:
Of deze vrij is.
Geluiden: gierend, piepend.

Kleur van de huid: Blauwe, rode of paarse verkleuring
Of iemand gebruik maakt van de hulpademhalingsspieren

Luchtstroom controleren
Luisteren naar bijgeluiden
Kijken naar de beweging van de borstkas

Ademhaling:
Frequentie: onder de 12 of boven de 20
Afwezigheid
Verkleuring huid


Wat controleer / meet je bij de bloedsomloop?

Slide 29 - Open question

Hartfrequentie: hoger dan 120 of lager dan 60
Capillaire refill: drukken op nagelbed Wanneer de kleur terug keert. Duurt dit langer dan 2 seconde, dan is deze vertraagd.
Bloeddrukcontrole
Pols(hartslag)
Ernstig bloedverlies
Pijn op de borst en/of uitstraling


Bewustzijn
  • Alert
Goed wakker, geeft goede antwoorden
  • Niet alert (wel bij bewustzijn)
Verward, sloom, suf, anders dan anders, niet of nauwelijks reageren op omgeving, onduidelijke geluiden, kreunen
  • Bewusteloos
Reageert niet op schudden aan schouders

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling
  • Openen luchtweg op rug, hoofdkantel - kinlift methode
  • Beoordelen: maximaal 10 sec. kijken, luisteren en voelen.
  • Normaal / niet normaal
Normaal: rustig, zacht, voelbaar, geen bijgeluiden, regelmatig, geen benauwde indruk
Niet normaal: niet of af en toe voelbaar, bijgeluiden hoort, buik/borst niet of nauwelijks op en neer gaat

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Wanneer leg je iemand in stabiele zijligging

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Les 3 - EHBO

  • Reanimatie

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 37 - Video

This item has no instructions

01:33
Wanneer start je met reanimeren?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

02:06
Wat doet een burgerhulpverlener?
A
ambulance opvangen
B
familie geruststellen
C
situatie inschatten
D
starten met reanimeren

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

03:57
Zou jij je aanmelden voor burgerhulpverlening?
JA
Nee
Misschien

Slide 40 - Poll

This item has no instructions

Reanimatie
Wanneer start je met reanimatie?
  • Bewusteloos en geen (normale) ademhaling

  • start met 30 borstcompressies
  • vervolg met 2 beademingen
  • wissel borstcompressies en beademing af
  • sluit de AED aan zodra aanwezig

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Borstcompressies
  • plaats de handen op het midden van de borstkas
  • goede kwaliteit borstcompressies
> zo min mogelijk onderbreking
> tempo 100 tot 120 keer per minuut
> 5 tot 6 cm diep
> niet leunen, laat het borstbeen volledig terugveren

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Beademingen
  • blaas de borstkas net zichtbaar omhoog
  • onderbreek maximaal 10 seconden voor de beademingen
  • niet effectieve beademing:
> controleer de kinlift
> verwijder beademingshulpmiddel 
> verwijder zichtbare voorwerpen voorin de mond 
> maak knellende kleding los aan hals en bovenlichaam

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

AED
  • scheer en/of droog zo nodig de borstkas
  • plak de elektroden volgens de afbeelding, plak voor/achter bij kleine mensen. Niet op pleisters, sieraden, bobbels onder de huid!
  • houd afstand bij analyse en schok
  • hervat onmiddellijk na de schok de borstcompressies of als de AED dit aangeeft
  • eenmaal geplakte elektroden niet verwijderen
  • Volg de instructies van de AED.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Reanimatie beëindigen
  • wanneer het slachtoffer beweegt, zijn ogen opent en zonder twijfel normaal ademt
  • zorgprofessionals zeggen dat je mag stoppen
  • als je uitgeput bent

  • Niet-reanimerenverklaring
start niet met reanimeren indien dit vooraf bekend is
stop eventueel met de reanimatie bij het vinden van de penning


Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Wanneer start je met reanimeren
A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en scheve mondhoek
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling
D
Bij bewusteloosheid en transpireren

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens reanimatie maak je de luchtweg vrij door
A
stabiele zijligging
B
chin lift
C
Heimlich
D
beademing

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Welke tempo houd je aan bij het toedienen van borstcompressies
A
100-120 per minuut
B
60-100 per minuut
C
140-160 per minuut
D
je eigen tempo

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Na een schok afgegeven door de AED doe je?
A
Ademhaling controleren
B
Bewustzijn controleren
C
Bewustzijn en ademhaling controleren
D
Borstcompressie geven

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens het reanimeren wissel je telkens ....... compressies af met 2 beademingen
A
10
B
15
C
30
D
25

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions