Herhaling H3

Vandaag
  • Herhalen via LessonUp
  • Klaar? Oefenen met de stof!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
  • Herhalen via LessonUp
  • Klaar? Oefenen met de stof!

Slide 1 - Slide

Paragraaf 3.1
  • Chartaal geld: bankbiljetten en munten.
  • Giraal geld: geld op betaalrekeningen.

  • Directe ruil vs indirecte ruil.
  • Geldfuncties: welke drie zijn er?

  • Elektronisch betalen kan via?
  • Wat geeft het saldo op je bankrekening aan? Wat betekent rood staan?

Slide 2 - Slide

Paragraaf 3.2
  • Wat doe je wanneer je spaart?
  • Welke spaarmotieven kun je hebben?
  1. Voor een doel.
  2. Uit voorzorg.
  3. Voor de rente.

  • Je kunt sparen voor de rente. Wat houdt dit in?

Slide 3 - Slide

Veel Nederlanders geven al hun inkomen uit. Dit noem je sparen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Je kunt verschillende redenen hebben om te sparen. Redenen om te sparen noem je ...
A
Spaarredenen
B
Reserveer redenen
C
Spaarmotivatie
D
Spaarmotieven

Slide 5 - Quiz

Welke drie motieven kun je hebben om te sparen?

Slide 6 - Open question

Geef een voorbeeld van sparen voor een doel.

Slide 7 - Mind map

Zoek een plaatje op van een voorbeeld van sparen uit voorzorg.

Slide 8 - Open question

Wat is rente?

Slide 9 - Open question

Paragraaf 3.3
  • Als je geld tekort hebt, kun je gaan lenen. Welke motieven zijn er om te lenen?
  • Een lening wordt gebruikt om een duurzaam consumptiegoed te kopen. Wat is dit?
  • Een lening noemen we ook wel consumptief krediet. Welke soorten leningen hebben we?
  • Persoonlijk, doorlopend en salariskrediet. 
  • Is lenen gratis?  --> kredietkosten!

Slide 10 - Slide

Paragraaf 3.4
  • Je kunt je auto verzekeren. Wat is dit?
  • Wie is de verzekeraar en wie is de verzekerde?
  • Bij schade betaalt de verzekeraar de financiële gevolgen. Dit noem je een schade-uitkering. 
  • Wat is een polis? Wat is een premie en wanneer betaal je dit?
  • Wat is een eigen risico?
  • Wat is een WA-verzekering en wie betaalt er dan bij schade?

Slide 11 - Slide

Je kunt verschillende redenen hebben om te lenen. Dit noem je ...
A
Leenredenen
B
Lening
C
Leenmotieven
D
Leenmotivatie

Slide 12 - Quiz

In het boek noemen ze ... leenmotieven.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Welke 3 leenmotieven zijn er?

Slide 14 - Open question

Een auto, nieuwe keuken of een nieuwe badkamer zijn voorbeelden van een ....
A
Langdurig consumptiegoed
B
Duurzaam goed
C
Duurzaam product
D
Duurzaam consumptiegoed

Slide 15 - Quiz

Een lening voor de aanschaf van een consumptiegoed noem je een consumptief krediet.
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee

Slide 16 - Quiz

Geef een voorbeeld van een consumptief krediet.

Slide 17 - Mind map

Welke soorten leningen zijn er?

Slide 18 - Open question

Bij de lening salariskrediet mag je niet rood staan.
A
Waar
B
Niet waar, je mag nooit rood staan.
C
Niet waar, deze lening bestaat niet.
D
Niet waar, je mag wel rood staan.

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je de kosten van een lening?

Slide 20 - Open question

Leg uit:
1. Wat is een polis?
2. Wat is een premie?
3. Wat is een eigen risico?

Slide 21 - Open question

Als je een motorvoertuig hebt, dan moet je een ... - verzekering nemen.
A
WB
B
WA
C
WI
D
AW

Slide 22 - Quiz

Goed gedaan!
Nu leren / oefenen.
Maak in je boek: bladzijde 88, 89, 90 en 91

Slide 23 - Slide