7 Klimaatsysteem van Köppen RNA

Klimaatsysteem van Köppen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klimaatsysteem van Köppen

Slide 1 - Slide

Systeem Köppen
De klimaatindeling van Köppen (een Russisch Duitse wetenschapper uit het begin van de vorige eeuw) gebruikt deze verschillen in plantengroei bij de indeling van de aarde in klimaatgebieden. Elke plantensoort stelt zijn eigen eisen aan de temperatuur en de vochtigheid. Köppen heeft het klimaat van elk gebied met een bepaalde plantengroei daarom gekarakteriseerd aan de hand van drie kenmerken:
– de gemiddelde temperatuur (per jaar, van de warmste maand, van de koudste maand);
– de gemiddelde neerslag (per jaar);
– het seizoen waarin de neerslag valt.
De grenzen tussen klimaatgebieden zijn meestal geen scherpe grenzen, maar geleidelijke overgangen.

Slide 2 - Slide

Samengevat verklaren de volgende vijf klimaatfactoren welk klimaat er in een bepaald gebied is:
– geografische breedte (stralingsbalans);
– ligging in het hoofdcirculatiesysteem (luchtdruk en windrichting);
– invloed van de zee;
– invloed van zeestromen (warm, koud);
– hoogteligging en reliëf (loef- en lijzijde van een gebergte).

Slide 3 - Slide

Hoofdgroepen
-Köppen gebruikt in zijn klimaatsysteem een tweelettercode om klimaten in te delen. 
-De eerste letter is een hoofdletter A t/m E. Hij begon bij de evenaar (A) en gebruikte tot aan de polen de klimaatgroepen B, C, D, E.
– De hoofdletters A, C, D en E zijn gekoppeld aan de gemiddelde temperatuur, die van A naar E afneemt (zie bron 2). De hoofdletter B is gekoppeld aan het voorkomen van droogte.

-De tweede letter kan een hoofdletter of een kleine letter 
zijn....
 

Slide 4 - Slide

Tweede letter bij groep A, C, D

De kleine letters f, s en w worden aan de hoofdletters toegevoegd om de verdeling van de neerslag over de seizoenen aan te geven. 

f = fehlt trocken (dus in alle seizoenen neerslag)
s= sommertrocken (dus in de zomer droog)
w=wintertrocken (dus in de winter droog)
Tweede letter bij groep B en E

In deze klimaten valt weinig neerslag. Hier wordt een hoofdletter toegevoegd om meer over de temperatuur of droogte te zeggen. 
BS= Steppe (weinig neerslag, tussen de 200 mm en 400 mm per jaar)
BW= Woestijn (minder dan 200 mm neerslag)

ET = Hele jaar onder de 10 graden
EF= Hele jaar onder 0 graden
EH =Zelfde als ET of EF, maar dan in hooggebergte. 

Slide 5 - Slide

De aanduiding Am is een uitzondering... die gebruik je als je bij een A klimaat wel een droge periode hebt, maar het niet zo duidelijk is of dit in de zomer of winter valt 
In dit overzicht staan alle klimaten die er op de wereld voorkomen met de code van het Köppensysteem!
In D klimaten regent het ook niet zo veel. Toch spreken we hier niet van een steppe of woestijn. 

Slide 6 - Slide

Uitleg stappenplan
Met dit stappenplan vind je altijd de juiste hoofdgroep!

Slide 7 - Slide

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat

Slide 8 - Drag question

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
Tropisch Klimaat
Gemiddelde maandtemperatuur nooit lager dan 18 graden
Droge / aride klimaten
Max 400 mm neerslag per jaar
Zeeklimaten
Temperatuur koudste maand gemiddeld tussen -3 en +18 graden
Landklimaten
Koudste maand kouder dan -3, warmste maand warmer dan +10
Poolklimaat
Warmste maand gemiddeld kouder dan +10

Slide 9 - Drag question

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Winterdroogte
Zomerdroogte
Droogteseizoen faalt
Steppe
Woestijn
Toendra
Vriest
s
w
f
F
T
W
S

Slide 10 - Drag question

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Savanne
Tropisch Regenwoud
Droog; er groeien struikjes en gras, maar geen bomen. 
Te droog voor begroeiing
Koud, maar begroeiing mogelijk
IJskap
s
w
f
F
T
W
S

Slide 11 - Drag question

Samenvattend:
Af   - Tropisch; regen hele jaar door (evenaar)
Aw  - Tropisch (Savanne); neerslag in zomermaanden (ten n/z van evenaar)
As    - Tropisch (Savanne); neerslag in wintermaanden (uitzondering)
BS   - Droog; Steppe (200-400 mm/jaar)
BW  - Droog; Woestijn (<200 mm/jaar)
Cf     - Zeeklimaat; hele jaar door neerslag (Nederland)
Cw   - Zeeklimaat; winterdroogte (China)
Cs    - Zeeklimaat; zomerdroogte (Middellands zeegebied)
Df    - Landklimaat; hele jaar door neerslag
Dw   - Landklimaat; winterdroogte
Ds    - Landklimaat; zomerdroogte
ET    - Poolklimaat; In de zomer is het tussen 0 en +10 graden
EF   - Poolklimaat; het ontdooit nooit (dus blijft altijd onder 0 graden gemiddeld)

Slide 12 - Slide

Oefening:
Op de volgende dia zie je een klimaatgrafiek van een plaats in Azië. 

Bepaal steeds welke klimaatcode uit het Köppensysteem er bij hoort. 

Slide 13 - Slide

Geef de tweelettercode
(let op hoofd- en kleine letters!)
A
Df
B
ET
C
Dw
D
Cf

Slide 14 - Quiz

Geef de tweelettercode
(let op hoofd- en kleine letters!)

Slide 15 - Open question

Geef de tweelettercode
(let op hoofd- en kleine letters!)

Slide 16 - Open question

Geef de tweelettercode
(let op hoofd- en kleine letters!)
A
Aw
B
Cf
C
ET
D
Df

Slide 17 - Quiz

Oefening:
Een belangrijke oefening die vaak op toetsen en examens voorkomt is het koppelen van klimaatgrafieken aan een aantal plaatsen. 

In de volgende vraag oefen je dit.

(Deze opgave komt uit het examen van 2016). 


Slide 18 - Slide

Oefening:
Gebruik de atlas (kaart 142/143 in de 54e druk of kaart 138/139in de 53e druk)

In de buurt van de meridiaan van 90 graden oosterlengte liggen van noord
naar zuid de steden Norilsk, Ürümqi, Lhasa en Dhaka. 

Op de volgende dia zie je vier klimaatgrafieken staan die bij een van bovenstaande steden horen. Koppel ze met behulp van de atlas aan de juiste plek. 

Slide 19 - Slide

Norilsk
Ürümqi
Lhasa
Dhaka

Slide 20 - Drag question

Gebruik de atlas.
In de wintermaanden valt er op het vasteland van Azië veel minder
neerslag dan in de zomermaanden.
Leg dit uit.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 21 - Open question

gebruik de atlas!
In het westen van China valt het hele jaar door weinig neerslag.
Geef hiervan twee oorzaken.

Slide 22 - Open question

Gebruik de atlas.
In het oosten van Rusland is het in de winter veel kouder dan in het
westen van Rusland (zie atlaskaart)
Geef hiervan twee oorzaken

Slide 23 - Open question

Verder oefenen
Hierna vind je nog een oefening over klimaatfgrafieken. Lukt het alle grafieken juist te plaatsen? 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Drag question

Aan de slag:
- LessonUp klimaat deze week t/m dia 72
- PO

Slide 26 - Slide

Klimaatgebieden
Klimaatgebieden

Slide 27 - Slide