This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Wat is beargumenteren?
- Leren over beargumenteren en overtuigen
- Het ballondebat (oefenen met beargumenteren)
Slide 2 - Slide
Wat is het verschil tussen een discussie en een debat?
Slide 3 - Open question
Hoe kun je iemand overtuigen?
De oude Grieken deden dit via de Rhetorica en zelfs vandaag de dag gebruikt men dit nog steeds.
Slide 4 - Slide
Dit is de les:
Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik krijg wat ik wil met behulp van mijn woorden.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Welk onderdeel doet beroep op het logisch (feitelijk) denken van de mens?
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Rhetorica
Slide 7 - Quiz
Voordat je iemand kunt overtuigen moet het publiek het idee krijgen dat jij te vertrouwen bent:
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Rhetorica
Slide 8 - Quiz
Als je mensen aanspreekt op hun gevoel kun je ze makkelijker overtuigen:
A
Ethos
B
Pathos
C
Logos
D
Rhetorica
Slide 9 - Quiz
Bij overtuigen:
1. Betrouwbaarheid van de verteller
2. Spreek het gevoel van de luisteraar aan
3. Kom met logische en feitelijke argumenten
Slide 10 - Slide
Koning van de Rhetorica
Barack Obama
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Hoe kun je een drieslag maken?
1. Drie voorbeelden.
2. Een positief feit, een positieve mening en een negatief argument.
3. Ethos (betrouwbaarheid van de spreker), Pathos (gevoel van het publiek aanspreken), Logos (feiten)
Slide 13 - Slide
1. Geef 3 voorbeelden van de nadelen van roken
Slide 14 - Open question
2. Positieve feit, positieve mening + negatief argument Geef 3 redenen waarom ze in de kantine pizza moeten verkopen en geen spruitjes
Slide 15 - Open question
3. Ethos, pathos, logos Geef 3 argumenten waarom je beter een dokter kunt laten opereren dan een circusclown
Slide 16 - Open question
Het ballondebat
5 spelers
1 minuut per speech
Deze vijf bekende mensen maken gezamenlijk een ballonvlucht. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.
Het publiek stemt wie in de ballon blijft.
Slide 17 - Slide
Tips
- Denk aan Ethos, Pathos, Logos en de drieslag (3 argumenten).
- Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek. Als je wilt overtuigen, bedenk je dan altijd op wie jij je moet richten. Redeneer dus niet vanuit het eigenbelang (“Ik, Beyoncé, wil nog een CD uitbrengen”), maar vanuit het belang van de jury (“Ik wil jullie opvrolijken met een aantal nieuwe, leuke liedjes!”).
Slide 18 - Slide
Spelers klaar, speechen maar!
1 minuut per speech
timer
1:00
Slide 19 - Slide
Wat heb je geleerd over overtuigen?
Slide 20 - Mind map
00:29
Hoeveel argumenten of voorbeelden moet je volgens het filmpje gebruiken als je iemand wil overtuigen?