2.1 Informatieve teksten di 7 maart 2CW3D

Deze les:

Terugblik
Theorie informatieve teksten
Klassikale opdracht
Zelfstandige opdracht:
Actuele informatieve tekst

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deze les:

Terugblik
Theorie informatieve teksten
Klassikale opdracht
Zelfstandige opdracht:
Actuele informatieve tekst

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel


  • Je herkent en begrijpt informatieve teksten. 
  • Je leert de waarde van informatie in die teksten te beoordelen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noem 3 signaalwoorden die een tegenstelling aanduiden

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Noem 3 signaalwoorden die een reden of argument aanduiden

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Als je het signaalwoord 'dus' ziet staan, duidt dat op een
A
oorzaak-gevolg
B
reden of argument
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Als je het signaalwoord 'hoewel' ziet staan, duidt dat op een
A
oorzaak-gevolg
B
reden of argument
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke informatieve
teksten ken je?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat is je leesdoel bij het lezen van een informatieve tekst?
A
iemands mening te weten komen
B
leren hoe je iets moet doen
C
antwoord krijgen op vragen over een onderwerp

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeelden van informatieve teksten

  • nieuwsberichten
  • uitleg van een docent
  • achtergrondverhalen
  • folder
  • interviews
  • studieteksten
        
                    We gaan nu een actuele, informatieve tekst lezen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

VOOR het lezen
Je leest zo een tekst 'Alles wordt duurder'.

Hoe komt het dat het leven duurder is geworden, denk je?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

TIJDENS het lezen

Let tijdens het lezen goed op de verbanden die een probleem, oorzaken (2) en oplossinge(2) aangeven. 

Zoek de twee oorzaken en de twee oplossingen. Onderstreep die in de tekst. 

Slide 11 - Slide

Antwoorden op de volgende slide.
NA het lezen
Welke (kleine) dingen kun je volgens de tekst doen om het leven (iets) minder duur te maken?

Welke dingen zou de overheid volgens jou nog meer kunnen doen om burgers door deze dure tijden te helpen?


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

TIJDENS het lezen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Doel informatieve teksten

  • de lezer op een objectieve, zakelijke manier iets laten weten over een onderwerp of gebeurtenis

Sommige informatieve teksten lees en kijk je voor je plezier (nieuws, weerbericht, filmoverzicht), maar veel informatieve teksten moet je lezen of bekijken (leestekst voor Nederlands, studietekst over je opleiding).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke teksten zijn waarschijnlijk objectief en informatief ? 
(kijk naar de bron)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van een folder?
A
tekst in kolommen
B
tussenkopjes
C
titel
D
gevouwen vel papier

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waar moet je op letten om te weten of de tekst betrouwbaar is?
A
wie is de schrijver?
B
de bron (waar komt de informatie vandaan)
C
hoe oud is de informatie?
D
kun je de informatie controleren?

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Zelfstandig 
aan de slag
Lezen/luisteren en kijken 2.1
Opdracht 2 en 3

KLAAR?
Kies zelf één van de overige opdrachten


timer
10:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions