Thema 2 B1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 2 
Voeding en vertering
B1
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 
Voeding en vertering
B1
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Programma
  • Voorkennis?
  • Leerdoel 
  • Uitleg B1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 
  • Zelf aan de slag!
  • Afsluiter 

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen een voedingsstof en een voedingsmiddel?

Slide 4 - Mind map

Welke voedingsstoffen ken je al?

Slide 5 - Mind map

Leerdoelen B1
2.1.1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  

2.1.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen.

Slide 6 - Slide

Voedingsmiddelen en 
voedingsstoffen
Voedingsmiddelen:
  •  Alle producten die je eet en drinkt
  • Plantaardig of dierlijk

Voedingsstoffen zijn kleine bestanddelen uit ons voedsel wat ons lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel.


Slide 7 - Slide

Functies van voedingsstoffen
Bouwstoffen zorgen voor groei, ontwikkeling en herstel.
Sporters en bodybuilders gebruiken dit veel om meer spieren te krijgen. Of pubers in de groei!

Brandstoffen gebruik je om energie van te krijgen. Jouw lichaam verbrandt deze stoffen, zodat je kunt bewegen of leren  en om je lichaamstemperatuur op peil te houden.

Slide 8 - Slide

Reservestoffen en beschermende stoffen

Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft. 

Slide 9 - Slide

Alle voedingsstoffen op een rij
  • Vetten (complexe moleculen)
  • Eiwitten (complexe moleculen)
  • Koolhydraten (complexe moleculen)
  • Water (simpel, direct op te nemen)
  • Mineralen (simpele bouw, direct op te nemen)
  • Vitamines (simpele bouw, direct op te nemen.

*Voedingsvezel --> nodig ter bevordering darmperistaltiek/darmwerking

Slide 10 - Slide

   
wat                     waar?

Slide 11 - Slide

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en bij een teveel gebruikt als brandstoffen. Bijvoorbeeld nodig voor de vorming van cytoplasma en bij de vorming van spieren.
Een teveel aan eiwit wordt omgezet naar vet en dan opgeslagen als reservestof

Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.

Slide 12 - Slide

Koolhydraten

Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof
Voedingsvezels zijn ook koolhydraten

Voorbeelden: suikers zoals glucose, zetmeel en glycogeen

Slide 13 - Slide

Vetten


Vetten dienen vooral als brandstof, maar worden ook gebruikt als bouwstof en worden snel opgeslagen als reservestoffen.

Slide 14 - Slide

Water

Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.

Je lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water

Slide 15 - Slide

Mineralen

Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld calcium (voor je botten), natrium, magnesium en ijzer.

Slide 16 - Slide

Vitaminen

Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.

Slide 17 - Slide

Opbouw van je huid en om goed te kunnen zien
Voor de werking van het zenuwstelsel

Slide 18 - Slide

Nodig voor de vorming van bloedcellen en voor de weerstand tegen ziektes
Voor het vastleggen van kalk in de botten

Slide 19 - Slide

Voedingsvezels 
  • Verzamelnaam voor plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren
  • Vezels behoren tot de koolhydraten 
  • Afkomstig uit de celwanden van planten
  • Zorgen voor een verzadigd gevoel
  • Belangrijk voor een goede darmwerking om bijvoorbeeld geen verstoppingen te krijgen

Slide 20 - Slide

Zelfstandig aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 9 (+10)
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B1

Klaar? 
  • Lees de Samenhang op bladzijde 96 en maak opdracht 11 als je eerder klaar bent


Slide 21 - Slide

Lastig?
Neem de volgende uitlegvideo nog eens door...

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Afsluiter

Slide 24 - Slide

Water is een belangrijke
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 25 - Quiz

Koolhydraten zijn
A
Brandstof
B
Brandstof, bouwstof
C
Brandstof, bouwstof en reservestof
D
Brandstof, bouwstof, reserve- en beschermende stof

Slide 26 - Quiz

Vetten zijn
A
Bouwstof
B
Bouwstof, beschermende stof
C
Bouwstof en brandstof
D
Bouwstof, brandstof, en reservestof

Slide 27 - Quiz

Vezels zijn nodig voor
A
Stoelgang
B
Darmperistaltiek
C
Energie
D
Bescherming

Slide 28 - Quiz

Veel calorieën maken je dik.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Vlees bevat
A
Eiwitten, vetten en mineralen en vitaminen
B
Eiwitten en vetten
C
Koolhydraten en vetten
D
Koolhydraten en mineralen

Slide 30 - Quiz

Bouwstoffen heb je vooral nodig voor
A
Groei, herstel en energie
B
Groei, ontwikkeling en herstel vervanging
C
Groei en herstel
D
Groei en energie

Slide 31 - Quiz

Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Link

Hoeveel procent heb je gescoord?

Slide 34 - Open question