8.3 woordformules

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten

Wiskunde

Check in

- Wie is er wel en wie niet.

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen 

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een potlood en rekenmachine bij je.

Tijdens de les:

- Luister je stil naar de instructie

- Werken we netjes en serieus

- Hebben we respect voor elkaar

- Mag je vragen stellen en fouten maken

Vorige keer

Maak de test opgave op pagina 150

lesdoel:

Ik kan rekenen met woordformules

Wat is een woordformule?

- Een kortere manier om een som op te schrijven.

fiets huren:

Bij fietsenmaken Lekke Piet kun je een fiets huren. Je betaalt een vast bedrag van 6 euro aan schoonmaakkosten en 8,50 per dag.

Paul hoort voor twee dagen een fiets. Hoeveel moet hij betalen?

En voor 5 dagen?

Woordformule

bedrag (€)= 6 + 8,50 x tijd (dagen)

    vast bedrag            bedrag per dag

Samen

Saxofoonlessen

bedrag (€) = 6,50 + 16 x aantal lessen.

Hoeveel voor 4 lessen?

Hoeveel voor 9 lessen

Samen

Isa plukt aardbeien als bijbaantje. 

inkomsten (€)= 5,80 + 0,75 x gewicht (kg)

Wat verdient ze als ze 5 kg plukt?

Let op: Bij een tabel met regelmaat is de grafiek een rechte lijn. 

oefenen:

Sanne heeft een bijbaantje en

verdient 3 euro per uur.

Ze krijgt een 

reiskostenvergoeding van 2 euro.

2 euro reiskosten

3 euro per uur

                                                                                                           tijd

uren	0	1	2	3	4
inkomsten	2

Samen oefenen:

opgave 14 

Samen oefenen:

opgave 15

Let op!

Zelf oefenen:

Oefening 16

Klaar?

Ga verder met 17, 18, 19

Mevrouw van Maurik: Sara, Jaelynn, Nourdine

* 20, 21, 22

Rayz, Kyan, Ryan, Lukas