Introductie Nederlandse zeevaarders en kooplieden les 1
Wat zie je op de afbeelding?
Wat zijn zeevaarders en
kooplieden?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Introductie Nederlandse zeevaarders en kooplieden les 1
Wat zie je op de afbeelding?
Wat zijn zeevaarders en
kooplieden?
Slide 1 - Slide
Opdracht A (12 minuten)Maak een groepje van twee of drie personen. Zoek op internet de betekenis op van de volgende woorden:
Nederlandse zeevaarders en kooplieden
Discriminatie
Racisme
VOC en WIC
Slavernij
De rechten van de mens
Opdracht B: Praat in je groepje over deze woorden (12 minuten).
Wat betekenen deze woorden voor jou? Ken je voorbeelden?
Slide 2 - Slide
Nederlandse zeevaarders en kooplieden: Mensen uit Nederland die met schepen over zee reisden om spullen te ontdekken, te kopen en te verkopen.
Discriminatie: Iemand slecht behandelen omdat die persoon anders is, bijvoorbeeld door huidskleur, geloof of afkomst.
Racisme: Denken of zeggen dat mensen met een bepaalde huidskleur minder waard zijn dan anderen.
VOC: Een grote Nederlandse handelsorganisatie van vroeger. Zij voeren met schepen naar Azië om spullen te halen en te verkopen.
WIC: Een Nederlandse handelsorganisatie van vroeger die vooral handelde in Amerika en Afrika.
Slavernij: Wanneer mensen geen vrijheid hebben, geen keuze mogen maken en door anderen gedwongen worden om te werken.
De rechten van de mens: Regels die zeggen dat iedere persoon op de wereld eerlijk, veilig en met respect behandeld moet worden.
Slide 3 - Slide
Introductie boek "Als slavin geboren"
Wie is de auteur?
Wat weet je over de auteur?
Wat zie je op de voorflap?
Wat zie je op de achterflap?
Vul in: opdrachtenboekje opdracht 1
Slide 4 - Slide
Introductie Nederlandse zeevaarders en kooplieden les 2
Wat zijn koloniën?
Wie heeft er wel eens van de WOC/WIC gehoord?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
In 1600 was Nederland een
A
Koninkrijk
B
Dictatuur
C
Republiek
D
Monarchie
Slide 7 - Quiz
De mensen die op het schip werkten noemen we: de bemanning. Hoeveel van hen stierven onderweg?
A
De helft van de bemanning
B
Een kwart van de bemanning
C
Een vierde (1/4) van de bemanning
D
Een vijfde (1/5) van de bemanning
Slide 8 - Quiz
Met wie was Nederland in 1568
1648 in oorlog?
A
Met Spanje en Italië
B
Met Spanje en Oostenrijk
C
Met Spanje en Sardinië
D
Met Spanje en Portugal
Slide 9 - Quiz
Wanneer werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1603
D
1604
Slide 10 - Quiz
De overheid heette in 1600...
A
De Staten- President
B
De Staten -Admiraal
C
De Staten -Generaal
D
De Staten- Minister
Slide 11 - Quiz
Wie was de belangrijkste man uit deze tijd?
A
Jan Klaasen
B
Jan Pieterszoon Coen
C
Jan Alleman
D
Jan Kees de Rode
Slide 12 - Quiz
Nederland wilde net als Spanje kruiden en specerijen hebben. Wat is geen specerij?
A
Kaneel
B
Nootmuskaat
C
Porselein
D
Peper
Slide 13 - Quiz
Lezen
Slide 14 - Slide
Introductie Nederlandse zeevaarders en kooplieden les 3 en 4
Slide 15 - Slide
Opdrachtenboekje
Heeft iedereen vorige week opdracht 1 gemaakt?
Nee? Zorg dat je dit thuis of in de pauze maakt.
Slide 16 - Slide
Vandaag....
Kijken we nog een keer naar het filmpje over de WOC/WIC
en maken we de vragen die erbij horen.
Weet je ze nu wel?.....ik ben benieuwd!
Daarna leren we over Keti Koti
Slide 17 - Slide
WOC/WIC-periode
Slide 18 - Mind map
Slide 19 - Video
Opdracht
Maak opdracht 2 in je opdrachtenboek
Slide 20 - Slide
Vieren en herdenken
Herdenken: Stilstaan bij iets of iemand uit het verleden. Je denkt bewust terug aan wat er is gebeurd, vaak om respect te tonen of om niet te vergeten.
Bespreek met je buurman/buurvrouw: Vier jij een Herdenkingsdag? Welke herdenkingsdagen zijn er nog meer in Nederland?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Woordenlijst (bij de video)
Gouden eeuw
Duister
Forten
Ploeteren
Eind 19 e eeuw
Doorbuffelen
Gebrandmerkt: brandmerken
Ingescheept: inschepen
Erbarmelijk
verdeeldheid
Slide 23 - Slide
Woordenlijst – Definities
Gouden eeuw: Een periode in de Nederlandse geschiedenis (17e eeuw) waarin het land rijk en machtig was.
Duister: geheimzinnig of slecht.
Forten: Verdedigingswerken om een gebied te beschermen.
Ploeteren: Heel hard werken, vaak met moeite en weinig succes.
Eind 19e eeuw: De laatste jaren van de tijd tussen 1800 en 1900.
Doorbuffelen: Doorgaan met hard werken, ook als je moe bent.
Gebrandmerkt: Een brandteken op de huid aanbrengen; dit gebeurde bij tot slaaf gemaakte mensen.
Ingescheept: Op een schip gezet; aan boord gebracht.
Erbarmelijk: Heel slecht, zielig of armoedig.
Verdeeldheid: Wanneer groepen mensen het niet eens zijn en tegenover elkaar staan.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Opdracht 3
We luisteren voor de tweede keer naar de video en vullen opdracht 3 in.