Schrijven 4v1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Welkom bij Nederlands

Wat gaan we doen?

• Doelgericht schrijven
• Afstemmen op de doelgroep
• Startaal 3F  Thema 1 Hoofdstuk 4 schrijven
• Eventueel niveautoets afronden

Doelgericht schrijven

Je schrijft een tekst altijd met een bepaald schrijfdoel. Je wilt:

• informeren;
• instrueren;
• overtuigen.

Afstemmen op de doelgroep

Formele of informele toon

Afstemmen op de doelgroep

Formele of informele 

toon

Informeel

persoonlijke dingen

(vrienden, familie etc.)

• Schatje 
  
• Lieve 
  
• Yo coach 
  
• Thnxs 
  
• Groetjes, see you 
  

Formeel

zakelijke dingen

Instanties

• Geachte 
  
• Beste 
  
• Gebruik u / uw i.p.v. je of jullie 
  
• Dank u wel 
  
• Met vriendelijke groet 
  

Afstemmen op de doelgroep

• Voorkennis is kennis die iemand al heeft over een onderwerp. 
• Als de doelgroep weinig voorkennis heeft over het onderwerp moet je voldoende uitleg geven en je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep. Woorden die alleen binnen het onderwerp worden gebruikt, zoals vaktermen, vermijd je of leg je uit.

Voorkennis

• In je e-mail vermijd je de woorden ‘smartphone’ en ‘app’. In plaats daarvan gebruik je ‘telefoon’ en ‘programmaatje’. Het woord ‘taggen’ leg je uit.

Voorkennis

• In je bericht hoef je woorden als
  ‘Adobe’, ‘gedownload’,
  ‘photoshoppen’, ‘uploaden’ en
  ‘retweet’ niet te vermijden of uit
  te leggen.

Aan de slag

• Ga naar studiemeter.nl, lesmateriaal, Starttaal 3F.
• Ga naar Thema 1 hoofdstuk 4 schrijven.
• Maak opdracht 1 t/m 6.

Welkom bij Nederlands

Help ik ben mijn schoen kwijt!

Opdracht

Je bent vanmorgen in de trein een schoen kwijtgeraakt. Schrijf een e-mail naar de afdeling ‘gevonden voorwerpen’ van de NS. Beschrijf daarin je schoen en informeer of deze gevonden is.

Van wie is de schoen?

Wat gaan we doen?

• Uitleg zakelijke brief voorbereiden
• Starttaal 3F Thema 4 hoofdstuk 4 opdracht 8 en 9

Zakelijke brief  voorbereiden

• Je schrijft een zakelijke brief aan een persoon of instantie als je informatie wilt vragen of geven, een klacht wilt uiten, bezwaar wilt maken of een verzoek wilt indienen.
  
  
  
• Voordat je een zakelijke brief schrijft, bereid je de inhoud voor aan de hand van een aantal vragen.
  

Voorbeeld

John doet de opleiding Sociaal-maatschappelijk Dienstverlener. Via een stagebank heeft hij een stage gevonden in Suriname, bij een jongereninternaat. De stagecoördinator van zijn school liet in een gesprek weten dat ze geen toestemming geeft voor de stage. Ze had twee bezwaren, namelijk dat ze niet wist hoe de begeleiding geregeld kon worden en dat John een toets mist doordat de stage al voor de officiële stageperiode begint. John wil de stage toch graag doen. Hij stuurt daarom een zakelijke brief naar de stagecoördinator waarin hij haar bezwaren weg probeert te nemen. 

Voorbeeld

1. Aan wie schrijf je de brief?

• Ik schrijf de brief aan mevrouw Van Abswouden, de stagecoördinator.
  
• Mevrouw Van Abswouden weet dat ik in Suriname stage wil lopen, maar zij heeft bezwaren.
  

Voorbeeld

2. Wat wil je bereiken met de brief?

• Ik wil graag toestemming krijgen om stage te lopen bij het jongereninternaat in Suriname.

Voorbeeld

3. Welke informatie moet je geven om je doel te bereiken?

• Ik moet de bezwaren van mevrouw Van Abswouden wegnemen:
  - Haar eerste bezwaar is dat de begeleiding lastig is. Ik kan daar het argument tegen inbrengen dat er bij het internaat een stagebegeleider is die contact zal onderhouden.
  - Haar tweede bezwaar is dat ik een toets mis. Ik kan daar het argument tegen inbrengen dat ik van de docent de toets al voor mijn stage mag maken.
• Ik moet nogmaals duidelijk maken dat ik veel kan leren op deze stage.

Aan de slag

• Starttaal 3F 
• Thema 4 hoofdstuk 4
• Opdracht 8 en 9
  

Vorige les:

Thema 1 hoofdstuk 4 schrijven - opdracht 1 t/m 6

Welkom bij Nederlands

Opbouw

• Inleiding: wie ben je en waarom schrijf je
• Middenstuk: informatie/boodschap/vragen
• Slot: verwachting
• Slotzin: je  bedankt de ontvanger, je schrijft dat je een reactie verwacht of dat je hoopt dat je voldoende informatie hebt gegeven.

Vorm zakelijke brief

1.  Afzender
2. Adressering
3. Datering
4. Betreft
5. Aanhef
6. Inleiding, middenstuk, slot
7. Slotzin
8. Slotgroet

Vorm zakelijke mail

1.  E-mailadres van de ontvanger
2. Onderwerp
3. Bijlage(n)
4. Aanhef
5. Inleiding, middenstuk, slot
6. Slotzin
7. Slotgroet

Aan de slag

• Starttaal 3F 
• Thema 4 hoofdstuk 4
• Opdracht 10 t/m 14
  

Vorige les:

Thema 1 hoofdstuk 4 schrijven - opdracht 1 t/m 6

Thema 4 hoofdstuk 4 - opdracht 8 en 9

Volgende week

• Starttaal 3F  - Thema 4 hoofdstuk 4 - opdracht 8 t/m 14 is klaar! (teamsopdracht)
  
  
• Toets zakelijke brief/mail 22 maart in de les!

Meest voorkomende fouten

• Eén argument i.p.v. twee genoemd.
• Argumenten te weinig uitgewerkt.
• Geen of te weinig alinea's > inleiding - middenstuk - slot
• Reden van schrijven niet/nauwelijks benoemd in de inleiding.
  
  

i = interpunctie

s = (werkwoord)spelling

f = formulering

Tips

• Naar aanleiding van ... schrijf ik deze mail.
• Hierover heb ik een klacht.
• Ten eerste... 
• Daarbij ...