HFD 6.2 Reliëf als klimaatfactor

6.2 Reliëf als klimaatfactor
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.2 Reliëf als klimaatfactor

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Korte terugblik op §6.1 
Uitleg §6.2 
Zelfstandig aan het werk en/of hulp bij de opdrachten 
Klassikale afronding 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vorige les hebben we het gehad over de golfstroom. Wat was de golfstroom ook alweer?
A
Een koude zeestroom vanuit de noordpool
B
Een warme zeestroom vanuit de golf van Mexico
C
Een warme zeestroom vanuit Afrika
D
Een warme zeestroom vanuit Azië

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welk kenmerk van aanlandige wind is juist?
A
In de zomer is aanlandige wind warm.
B
Aanlandige wind waait vanaf het land naar zee.
C
In de winter is aanlandige wind koud.
D
In de winter is aanlandige wind warm.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Tropen:

gematigde zone:

Poolstreken:




Combineer de luchtstreken met de juiste breedtecirkels.

De temperatuurzones op aarde noem je de luchtstreken. Bij deze vraag gebruiken we de breedtecirkels als begrenzing van de verschillende temperatuurzones.

Tussen 23½° en 66½°
Vanaf 66 ½ °
Tussen de 23 ½ ° N.B. en 23 ½ ° Z.B.

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  1. Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van de vorm en het reliëf van Europa;
  2. Je kunt uitleggen hoe gebergten kunnen werken als klimaatscheiding;
  3. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de temperatuur: hoe hoger, hoe kouder;
  4. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de neerslag: stuwingsregen en regenschaduw;
  5. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen aanlandige winden en het ontbreken van reliëf; 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Begrippen 
Theorie: aanlandige wind, eeuwige sneeuw, gelede kust, gletsjer, Golfstroom, heuvelland, hoge breedte, hooggebergte, klimaat, klimaatscheiding, laagland, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, neerslag, regenschaduw, reliëf, schiereiland, stuwingsregen, temperatuurgradiënt

Basisboek: heuvelland, hooggebergte, hoogvlakte, laagland, laagvlakte, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, plateau, regenschaduw, stuwingsregen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke klimaatfactoren zijn er?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Nu je het filmpje gezien hebt.
Welke klimaatfactoren zijn er?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat is reliëf?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

heel veel reliëf
veel reliëf
weinig tot geen reliëf

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

H5 Par. 2- Reliëf en klimaat                        
Wat valt je op als je kijkt naar het reliëf van Nederland?
Weet jij de naam van dit gebergte?
Weet jij de naam van dit gebergte?
Kaart reliëf Europa
Natuurkundig kaart !

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Welke reliëf-vormen kun je in Nederland aantreffen?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland en laagland
D
Er is geen reliëf in Nederland, het is plat

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Plak een foto van een reliëfvorm in Europa

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Reliëf
= Hoogteverschil

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je deze vorm van een gebied?
A
Eiland
B
Continent
C
Gelede kust
D
Schiereiland

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De vorm van Europa 
  • Europa is een schiereiland: aan 3 kanten zee
  • Binnen Europa zijn er verschillende schiereilanden
  • Europa heeft grote inhammen, de zee is nooit ver weg

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken en nakijken
H6§2 - vragen 1 t/m 6. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  1. Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van de vorm en het reliëf van Europa;
  2. Je kunt uitleggen hoe gebergten kunnen werken als klimaatscheiding;
  3. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de temperatuur: hoe hoger, hoe kouder;
  4. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de neerslag: stuwingsregen en regenschaduw;
  5. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen aanlandige winden en het ontbreken van reliëf; 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De vorm van Europa 
  • Europa is een schiereiland: aan 3 kanten zee
  • Binnen Europa zijn er verschillende schiereilanden

Slide 22 - Slide

Een schiereiland is een stuk land dat aan 3 kanten aan zee grenst, en met de 4e kant wel aan land ligt. Schier betekent bijna, en schiereilanden zijn dus eigenlijk “bijna eilanden” maar dan net niet.


Europa heeft 4 grote schiereilanden:
1- het Iberisch Schiereiland (Spanje+Portugal)
2- Italië 
3- Scandinavisch Schiereiland
4- Griekenland 

Slide 23 - Slide

Scandinavische schiereilanden = bij Noorwegen en Zweden. 
Temperatuur en reliëf
Het reliëf heeft invloed op de temperatuur
De temperatuur gaat per 100 m. met 0,6 °C omlaag 
(1km omhoog = 6 °C kouder)
Onthouden: hoe hoger hoe kouder!
Aantekening!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het kouder boven op een berg? 
Hoger is toch dichter bij de zon?
De zon verwarmt niet de lucht maar het aardoppervlak. Lucht neemt bijna geen zonnewarmte op, het aardoppervlak wel. De lucht wordt dus vanaf de grond opgewarmd! Hoe verder je van het aardoppervlak zit, hoe kouder. De zon staat bovendien 150 miljoen kilometer van de aarde... die bergtop maakt niks uit op die afstand.

Een andere reden voor de lage temperatuur op de berg is dat de lucht daar dunner is, ook wel ijler genoemd. Er is minder lucht, daardoor is de luchtdruk lager en worden de luchtdeeltjes minder samengedrukt dan onderaan de berg. Hoe minder lucht wordt samengedrukt, hoe kouder het is.  

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Reliëf & temperatuur
- Scandinavisch Hoogland heeft een noord-zuidligging.
- In Bergen is het nooit heel koud. Dat komt door de invloed van de Golfstroom en de westenwinden.
- Verder naar het oosten ligt Lillehammer, daar is het ‘s winters erg koud, de aanlandige wind heeft daar geen invloed meer. --- De Noorse havens vriezen niet dicht, maar die in Zweden, aan de oostkust, wel.


- In de zomer is het in Noorwegen juist koeler en in Zweden warmer.
- Het verband tussen reliëf en temperatuur is: hoe hoger, hoe kouder, per 100 m omhoog gaat de temperatuur met 0,6 ºC naar beneden. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verschil in klimaat
Door de bergen is er links een ander klimaat dan rechts.

Daarom heet dit gebergte een klimaatscheiding.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Neerslag en reliëf
Een gebergte kan de scheiding vormen tussen een gebied waar het veel regent en een droog gebied.
Hoe werkt het?
Vochtige lucht van zee moet opstijgen tegen een gebergte. Lucht die opstijgt koelt af (hoe hoger hoe kouder) en het gaat regenen: stuwingsregen

De natte kant van een gebergte heet: loefzijde (windkant)
Aan de andere kant van het gebergte valt bijna geen neerslag omdat de lucht hier weer daalt. Dalende lucht warmt op, waterdruppels worden weer waterdamp: het is hier droog. We zeggen ook wel dat dit gebied in de regenschaduw ligt.
De droge kant van een gebergte heet: lijzijde

Kijk op de volgende dia om de tekening te zien die dit uitlegt.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Hoogteligging (reliëf) en temperatuur

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Aan de slag 
Maken: H6§2 - HEEL PARAGRAAF 2 AF!
Lezen: H6§2 en basisboekteksten (staat allemaal bij de theorie) 
Huiswerk voor dinsdag!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions