6.1 Optellen en aftrekken met negatieve getallen deel 2

Welkom bij wiskunde!


 
Camera aan en microfoon uit?

Ga naar lessonup.app en voer de code van lessonup in

1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde!


 
Camera aan en microfoon uit?

Ga naar lessonup.app en voer de code van lessonup in

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Even herhalen: Rekenen met negatieve getallen
  • Nieuwe lesstof:  aftrekken met negatieve getallen en tegengestelde getallen
  • Quizen
  • Huiswerk


Slide 2 - Slide

Even herhalen!

Slide 3 - Slide

Herhalen
Als je optelt ga je stapjes naar .............. op de  getallenlijn. 
Als je aftrekt ga je stapjes naar ............. op de getallenlijn
Een + en een - in een som wordt ............

Slide 4 - Slide

Voorbeelden
-3 + 2 = 
2 - 2 = 
-2 + - 2  =
3 + - 2 =

Slide 5 - Slide



-1 + 4 =
A
-5
B
3
C
2
D
0

Slide 6 - Quiz

+ en - in een som wordt....
A
+
B
=
C
-
D
>

Slide 7 - Quiz

8 + -3 =
A
11
B
5
C
-5
D
6

Slide 8 - Quiz

We gaan nu verder met paragraaf 6.1 

Na de les weet je:
- Hoe je moet aftrekken met negatieve getallen
- Wat tegengestelde getallen zijn

Let goed op bij de uitleg, deze duurt maximaal 10 minuten. 
Soms stel ik een vraag, zet dan je microfoon aan!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aantekening in je wiskundeschrift

Hoofdstuk 6.1
+ - is hetzelfde als -
- - is hetzelfde als +

Slide 11 - Slide

Samen oefenen
-2 - -2  wordt:                                       het antwoord is:
2 - - 1 wordt:                                          het antwoord is:
- 2 - - 6 wordt:                                      het antwoord is:
3 + - 2 wordt:                                        het antwoord is:
-1 + -1 wordt:                                         het antwoord is:

Slide 12 - Slide

Wie kan een voorbeeld van een tegenstelling noemen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Noem het tegengestelde getal
-2                                                          
-3 
-5 

300
-20
-750
80
0

Slide 15 - Slide

We gaan quizen!

Slide 16 - Slide

7 + - 4 =
A
3
B
11
C
-3
D
-11

Slide 17 - Quiz

7 - - 4 =
A
3
B
11
C
-3
D
-11

Slide 18 - Quiz

Het tegengestelde getal van -20 is

Slide 19 - Open question

GOED GEOEFEND!!!!
Nu eventjes evalueren :)

Slide 20 - Slide

Aan het einde van deze les. weet je ..
... Hoe je moet aftrekken met negatieve getallen
...  Wat tegengestelde getallen zijn

Slide 21 - Slide

Ik weet hoe ik moet aftrekken met negatieve getallen (voorbeeld: ik weet dat 8 - - 3 = 11)

A
Ja
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
D
Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Slide 22 - Quiz

Ik weet wat wat tegengestelde getallen zijn (voorbeeld: ik weet dat 300 het tegengestelde getal van -300 is)

A
Ja
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog wat hulp nodig.
D
Nee, ik snap er eigenlijk nog niets van.

Slide 23 - Quiz

Aan de slag!
- Paragraaf: 6.1, Sommen 16, 20, 22, 23, 24, 28

- Maak de sommen digitaal:  Magister>leermiddelen>wiskunde getal en ruimte>kies locatie ZS>kies je klas Mag-K1B>ga naar planning > Klik op 6.1 optellen en aftrekken met negatieve getallen DEEL 2. 


Wat niet af is, is huiswerk voor morgen

timer
1:00

Slide 24 - Slide

Fijne dag!!

Slide 25 - Slide