2H6 8 oktober 2021

Les devoirs pour le 14 octobre







Programme: corriger les devoirs - uitleg bijv.nw. deel 2 - hw doornemen - SO bespreken
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca F --> MO
Faire (maken/doen)
- Bestuderen: grammaire C: bijvoeglijk naamwoord
- Maken: chapitre 5: ex. 14bc
Apprendre (leren)
- vocabulaire F --> MO
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir, bezittelijk voornaamwoord
- leren: bijvoeglijk naamwoord
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les devoirs pour le 14 octobre







Programme: corriger les devoirs - uitleg bijv.nw. deel 2 - hw doornemen - SO bespreken
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca F --> MO
Faire (maken/doen)
- Bestuderen: grammaire C: bijvoeglijk naamwoord
- Maken: chapitre 5: ex. 14bc
Apprendre (leren)
- vocabulaire F --> MO
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir, bezittelijk voornaamwoord
- leren: bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Corriger ex. 13b

  • (1) znw = le footballeur J.M.
  • bv nw = grand
  • (2) znw = voiture, bv nw = grise
  • (3) znw = sac, bv nw = nouveau
  • (4) znw = des lunettes de soleil, bv nw = noires
  • (5) znw = cheveux, bv nw = bruns
  • (6) znw = T-shirt, bv nw = noir 
  • (7) znw = ses chaussures, bv nw = bleues
  • (8) znw = chaussures, bv nw = brunes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Grammaire C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Révision uitgangen bv nw
Kies de juiste vorm:
  • La fille est grand/grande.
  • Le sac est bleus/bleu.
  • Les chaussures (v mv) sont noirs/noires.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op?
  • Le pantalon noir
  • Les pantalons noirs
  • La voitre noire
  • Les voitures noires 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op?
  • Le pantalon noir
  • Les pantalons noirs
  • La voitre noire
  • Les voitures noires 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitgangen






  • Faire: ex. 13c 
Mannelijk 
Vrouwelijk 
Enkelvoud

bleu
- e

bleue
Meervoud
- s

bleus
- es

bleues

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doornemen:
Ex. 13c
timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op?
  • Le pantalon rouge
  • Les pantalons rouges
  • La jupe rouge
  • Les jupes rouges 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op?
  • Le pantalon rouge
  • Les pantalons rouges
  • La jupe rouge
  • Les jupes rouge

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 1
  • Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e
--> geen extra -e bij vrouwelijke woorden




  • Faire: ex. 14a
Mannelijk 
Vrouwelijk 
Enkelvoud
Le T-shirt est rouge
La ceinture est rouge
Fout: rougee 
Meervoud
Les T-shirts sont rouges
Les ceintures sont rouges
Fout: rougees

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 2
  • Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -s
--> geen extra -s in het (mannelijk) meervoud
Mannelijk 
Vrouwelijk 
Enkelvoud
Le T-shirt est gris
La ceinture est grise
Meervoud
Les T-shirts sont gris
Fout: griss
Les ceintures sont grises

Slide 12 - Slide

Vrl ev: natuurlijk met -e erachter
Onregelmatige vormen
Mnl ev - mnl mv - vrl ev - vrl mv

  1. beau - beaux - belle - belles
  2. nouveau - nouveaux - nouvelle - nouvelles
  3. vieux - vieux - vieille - vieilles

  • Valt er iets op?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hw doornemen
14b --> onderstreep het zelfstandig naamwoord - kijk op het plaatje voor de kleur - vertaal het woord - vul de juiste vorm in van het bijv.nw.

14c --> Onderstreep het znw - zet het znw in het meervoud - maak meervoud van het bijv.nw.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Les devoirs pour le 14 octobre







Programme: corriger les devoirs - uitleg bijv.nw. deel 2 - hw doornemen - SO bespreken
Wat kun je nu doen?
- Noteer je hw
- Leer voca F --> MO
Faire (maken/doen)
- Bestuderen: grammaire C: bijvoeglijk naamwoord
- Maken: chapitre 5: ex. 14bc
Apprendre (leren)
- vocabulaire F --> MO
- herhalen: être, persoonlijk voornaamwoord, getallen t/m 2000, lidwoord, regelmatig ww op -er, avoir, bezittelijk voornaamwoord
- leren: bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

SO bespreken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions