3e compactdag uitgevoerd

3e compactdag
  • volwassen worden
  • seksualiteit en stereotypen
  •  vooroordelen en respect
  • normen en waarden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 270 min

Items in this lesson

3e compactdag
  • volwassen worden
  • seksualiteit en stereotypen
  •  vooroordelen en respect
  • normen en waarden

Slide 1 - Slide

werkvormen
  • theorieles
  • quiz
  • klassengesprek
  • rollenspel

Slide 2 - Slide

volwassen worden

  • Wat hoort er allemaal bij?
  •  Vorige week hadden wij het over seksualiteit 
  • ook vandaag praten wij onder andere over seksualiteit en liefde

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wanneer is iemand
homoseksueel ?

Slide 7 - Mind map

Wanneer is iemand
heteroseksueel?

Slide 8 - Mind map

Wat zijn stereotypen?
  • ideeën en beelden verbonden aan bepaalde groepen
  • Alle Nederlanders lusten kaas.
  • De Duitsers dragen een 'Lederhose'
  • Homo's kun je meteen erkennen

Slide 9 - Slide

Herken de homo
GAY
NEE

Slide 10 - Drag question

LHBTQ+--waar hebben we het eigenlijk over?
L -lesbiennes
H-homoseksuelen (eigenlijk 'vallen op een gelijk geslacht)
B- bi-seksueel
T-transgender
Q- Queer (=iemand die zich niet in een hokje wil laten plaatsen)
+: al het andere (bijv. panseksueel='genderblind' of aseksueel of interseksueel = kenmerken van beide geslachten)

Slide 11 - Slide

let op:
genderidentiteit: wie je bent
seksuele geaardheid: op wie je valt

Je gender is dus iets anders dan je geaardheid!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Seksuele identiteit 
Iedereen heeft een unieke seksuele identiteit, gevormd door een combinatie van de volgende elementen:
1.  je biologische geslacht: je aangeboren sekse
2. je genderidentiteit: tot welke sekse je hoort qua gevoel
3. je genderexpressie- en genderrol: uitingen en verwachtingen
4. je seksuele voorkeur: waar je op valt wat betreft sekse



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Genderkoek
Het is dus niet roze OF blauw.
De ene homo is de andere niet en de ene hetero is de ander ook niet.
Je seksuele identeit geeft een uitgebreide regenboog aan opties!
Hoe zit het in Nederland? Kijk eens naar de link op de volgende pagina.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

#alshomo'szoudenzeggenwathetero'szeggen
Voorbeelden:
"Nee, Kevin, ik schrijf je niet in voor voetbal. Dat is een heterosport. Wil je niet liever op ballet?"


"Vind je ook niet dat Robert een beetje mannelijke gebaren maakt? Wat denk je, zou hij hetero zijn?"

"Nee hoor, ik ben geen heterofoob… ik heb zelfs een hele goeie vriend die hetero is."

Slide 18 - Slide

Welke scheldnamen gebruik jij weleens?

Slide 19 - Open question

Opdracht:
  • Stap 1:Denkopdracht in duo's? Wat is typisch vrouw/man
  • Stap 2: Groepsopdracht: Je arriveert op een planeet waar er
geen verschillende levensvormen bestaan. Je gaat een presentatie houden over man/vrouw - je maatschappij dus.


Slide 20 - Slide

Normaal
Wat de meerderheid vindt/denkt/is, is wat we normaal vinden. In Nederland is de meerderheid heteroseksueel dus is hetero normaal. Als je bijvoorbeeld homo bent, moet je dat dus gaan vertellen. 'uit de kast komen' wordt dit wel genoemd.

Dit hoeft alleen omdat veel mensen er vanuit gaan dat iedereen hetero is.

Slide 21 - Slide

Wat zou je er van vinden als IEDEREEN uit de kast moet komen door te vertellen op wie hij/zij valt?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Hoe zit het in jouw omgeving?
(homo = iemand die valt op eigen geslacht)
Ik ken niemand die homo is
Ik ken wel een paar homo's - minder dan 5
Ik ken meer dan 5 mensen die homoseksueel zijn.

Slide 24 - Poll

Hoe zit het op school?
Ik weet niemand op school die LHBQ+ is
Ik weet niemand op school die LHBQ+ is
Ik ken iemand op school die LHBQ+ is
Ik ken meer mensen op school die LHBQ+ zijn.

Slide 25 - Poll

Hoe vind je de sfeer op school als het gaat om verschillende geaardheden/identiteiten/meningen/ ideeën?
(heel) goed
Wel oké, maar er kan nog wel wat beter
Niet oké, soms goed maar meestal niet.
Slecht / onveilig

Slide 26 - Poll