Test jezelf HAVO 4 Wiskunde A Getal en Ruimte

Test jezelf HAVO 4 Wiskunde A Getal en Ruimte
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Test jezelf HAVO 4 Wiskunde A Getal en Ruimte

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je jezelf testen op HAVO 4 Wiskunde A Getal en Ruimte onderwerpen.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat het doel van de les is en wat ze zullen leren.
Wat weet je al over Test jezelf HAVO 4 Wiskunde A Getal en Ruimte?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Test 1
Bereken de oppervlakte van een driehoek met een basis van 8 cm en een hoogte van 5 cm.

Slide 4 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om de oppervlakte van de driehoek te berekenen en hun antwoord op te schrijven.
Antwoord Test 1
De oppervlakte van de driehoek is 20 vierkante cm.

Slide 5 - Slide

Bespreek het juiste antwoord met de leerlingen en leg uit hoe ze de oppervlakte kunnen berekenen.
Test 2
Los de vergelijking 3x + 5 = 17 op.

Slide 6 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om de vergelijking op te lossen en hun antwoord op te schrijven.
Antwoord Test 2
De oplossing van de vergelijking is x = 4.

Slide 7 - Slide

Bespreken het juiste antwoord met de leerlingen en leg uit hoe ze vergelijkingen kunnen oplossen.
Test 3
Bereken de omtrek van een cirkel met een straal van 6 cm (neem π = 3,14).

Slide 8 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om de omtrek van de cirkel te berekenen en hun antwoord op te schrijven.
Antwoord Test 3
De omtrek van de cirkel is ongeveer 37,68 cm.

Slide 9 - Slide

Bespreek het juiste antwoord met de leerlingen en leg uit hoe ze de omtrek van een cirkel kunnen berekenen.
Test 4
Los de volgende exponentiële vergelijking op: 2^x = 16.

Slide 10 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om de exponentiële vergelijking op te lossen en hun antwoord op te schrijven.
Antwoord Test 4
De oplossing van de vergelijking is x = 4.

Slide 11 - Slide

Bespreek het juiste antwoord met de leerlingen en leg uit hoe ze exponentiële vergelijkingen kunnen oplossen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.