goed of fout (spelling staal groep 8, blok 4)

In deze les ga je aangeven of het woord/zin goed of fout is geschreven. Soms gaat het om een woord, soms staat er een hele zin, en moet je alle woorden bekijken, of je een fout vindt. 
Goed of fout
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

In deze les ga je aangeven of het woord/zin goed of fout is geschreven. Soms gaat het om een woord, soms staat er een hele zin, en moet je alle woorden bekijken, of je een fout vindt. 
Goed of fout

Slide 1 - Slide

viezerikken
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quiz

Ik benijdt die filmster
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

'Boris, in die enge filmscène werden de slechteriken omsingeld,' zei Koen.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

De vrouw belandde na het botsingje op het trottoir
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

spectaculaire
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

de chrysant
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

De beresterke boeren gaan vandaag de populaire peren oogsten.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

De snelgroeiende fruitbomen komen uit de buurt van de middellandse zee.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

gebeurd het vandaag?
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

De vier dreumessen speelden voetbal.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Verbrandt niet!
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Hoera! Ik proostte met champagne op haar verjaardag in het Mexicaanse restaurant.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

de gemeneriken
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

prosentueel
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

de verrassing
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

Zij hebben gezweefd.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

jullie zijn een stel slimmeriken!
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

broed de vogel?
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

of zijn jullie een stel dommeriken?
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Hoe vond je deze 'les'?
stom
saai
makkelijk
lastig
leuk

Slide 21 - Poll