beroepshouding: Aan het werk als assistent

Aan het werk als assistent 
Hoofdstuk 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Aan het werk als assistent 
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Wat betekent beroepshouding?
A
Een onprofessionele houding
B
Een houding die hoort bij een beroep
C
Je gedraagt je hetzelfde als thuis
D
De manier hoe je er bij staat op werk

Slide 2 - Quiz

Beroepshouding

Slide 3 - Mind map

Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort:

"Ik vind lopen met een dienblad moeilijk, maar ik oefen veel. Het lukt binnenkort vast beter."
A
Collegiaal
B
Op tijd komen
C
Doorzettingsvermogen
D
Wees flexibel

Slide 4 - Quiz

Bij welk kenmerk van een beroepshouding hoort:
"Ik ben om 8.40 uur op mijn stage zodat ik nog tijd heb om mijzelf om te kleden en om 9.00 uur startklaar ben."
A
Wees collegiaal
B
Kom op tijd
C
Toon inzet
D
Wees flexibel

Slide 5 - Quiz

Wat betekent representatief?
A
Dat je netjes praat
B
Dat je de taken van de leidinggevende uitvoert
C
Extra make-up dragen
D
De manier waarop je, je gedraagt en je uiterlijke verzorging

Slide 6 - Quiz

Bedrijfskleding

Slide 7 - Mind map

Bij de supermarkt moeten alle werknemers dezelfde kleding dragen zodat de klant weet wie zij kunnen aanspreken.
Wat is hier het kenmerk van bedrijfskleding?
A
Herkenbaar
B
Veiligheid
C
Hygiëne

Slide 8 - Quiz

Mag je met kapotte werkschoenen aan het werk gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Is het professioneel om te laat te komen op een afspraak?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Persoonlijke verzorging

Slide 11 - Mind map

Wat is een instructie?
A
Dit is een YouTube filmpje
B
De werkzaamheden
C
Dit geeft informatie over hoe je iets moet doen

Slide 12 - Quiz

Heeft in een instructie een vaste volgorde?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Succes met de uitvoering van de beroepshouding

Slide 14 - Slide