LA 4 do 25 maart

Latijn klas 4
donderdag 25 maart
1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Latijn klas 4
donderdag 25 maart

Slide 1 - Slide

Zijn er al vragen over de toets?

Slide 2 - Open question

pak je boekje erbij
beantwoord straks de vragen over de gedichten

Slide 3 - Slide

Wat wil Martialis met zijn epigrammen bereiken? (blz.4 blauwe boekje)

Slide 4 - Open question

Waar ligt de oorsprong van het 'epigram'?
A
Alexandrië
B
Graffiti
C
Liber Spectaculorum
D
Griekenland

Slide 5 - Quiz

IV Laecania

1 Thais habet nigros, niveos Laecania dentes.

2 Quae ratio est? Emptos haec habet, illa suos.

A
haec = Thaïs; illa = Thaïs
B
haec = Laecania; illa = Laecania
C
haec = Thaïs; illa = Laecania
D
haec = Laecania; illa = Thaïs

Slide 6 - Quiz


1 Thais habet nigros, niveos Laecania dentes.

Welk stijlfiguur zie NIET in regel 1?
A
chiasme
B
asyndeton
C
anafoor
D
alliteratie

Slide 7 - Quiz

Nubere Paula cupit nobis, ego ducere Paulam
nolo: anus est, vellem, si magis esset anus

Welk stijlfiguur zie je in regel 1?
A
asyndeton
B
chiasme
C
anafoor
D
pars pro toto

Slide 8 - Quiz

Nubere Paula cupit nobis, ego ducere Paulam
nolo: anus est, vellem, si magis esset anus

r2 Waarom wil hij wel, als ze 'magis anus' is?
A
hij valt op bejaarde vrouwen
B
hij verandert van mening
C
dan is hij er sneller van af
D
hij vindt het zielig

Slide 9 - Quiz

Bij welk gedicht
past dit plaatje?

Slide 10 - Open question

Waarom is de meester 'invisum pueris virginibusque'? (XII)

Slide 11 - Open question

Wanneer begint de meester met lawaai maken?
A
als de zon opkomt
B
als de zon nog niet eens is opgekomen
C
rond het middaguur
D
tegen zonsondergang

Slide 12 - Quiz

Regel 9 gedicht XII:
hoe maakt Martialis zijn klacht 'beleefder'?

Slide 13 - Open question

Wat verwacht je dat Martialis van de meester gaat vragen? Wat vraagt hij in plaats daarvan?

Slide 14 - Open question

Et voltu poteram tuo carere
Et collo manibusque cruribusque
Et mammis natibusque clunibusque,
Et, ne singula persequi laborem,
5 Tota te poteram, Chloe, carere.

Welke stijlfiguur zie NIET in r1, 2 en 3?
A
polysyndeton
B
anafoor
C
trikolon
D
alliteratie

Slide 15 - Quiz

nog vragen?

Slide 16 - Open question