H6 - §6.4 Elektriciteit in huis

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.4
  • instructie §6.4
  • huiswerk 
  • afsluiting les

 


§6.4 Elektriciteit in huis
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.4
  • instructie §6.4
  • huiswerk 
  • afsluiting les

 


§6.4 Elektriciteit in huis

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

§6.4 - Je leert
  • onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen;
  • uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaat;
  • uitleggen wat een lekstroom is;
  • uitleggen waar de aardleiding toe dient.

Slide 3 - Slide

Veiligheid
Waarom zijn er zoveel 
verschillende schakelaars?

Slide 4 - Slide

Huisinstallatie
Via de hoofdkabel komt de elektrische energie van een energiebedrijf in het huis.

De Energiemeter of kWH-meter meet de hoeveelheid energie in huis 

Huisinstallatie is opgedeeld in groepen. 
Groep = stroomdraden,  stopcontacten, schakelaars.  De ruimtes in huis zijn onderverdeeld in verschillende groepen badkamer, slaapkamer, keuken, enz. 

Slide 5 - Slide

Via de hoofdkabel komt de stroom het huis binnen.
1
De energiemeter of kWh-meter meet het energiegebruik.
2
Een groep bestaat uit stroomdraden, stopcontacten en schakelaars.
3
Schakelt de stroom uit bij een lekstroom.
4
Schakelt de stroom uit in een groep bij overbelasting of kortsluiting.
5

Slide 6 - Slide

Brandgevaar
2 mogelijke oorzaken van brandgevaar

Slide 7 - Slide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 

Teveel apparaten -> te veel stroom
door kabel -> overbelasting -> 
kabel wordt warm -> brandgevaar

Slide 8 - Slide

Kortsluiting
Bij kortsluiting loopt de stroom direct terug naar de spanningsbron. Dus niet via een apparaat. 
Plus en mindraad maken direct contact met elkaar. Stroom > 16A ---> brand

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 11 - Quiz

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 12 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat er 
geenbrand ontstaat bij 
overbelasting of kortsluiting?

Slide 13 - Slide

Zekering
  • Iedere groep is beveiligd met een zekering.
  • Zekering = een beveiliging die bij een stroomsterkte groter dan 16A de stroomkring onderbreekt.
  • De zekering verbreekt de stroomkring bij kortsluiting of overbelasting.
  • Je moet de stroomsterkte van elk apparaat bij elkaar optellen en ervoor zorgen dat dit onder de 16A blijft.

Slide 14 - Slide

Een zekering beveiligt tegen ...
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
Brand
D
overbelasting en kortsluiting

Slide 15 - Quiz

In een groep staat een lamp van 3 A aan. Een wasmachine van 12A. Bas wilt zijn mobiel opladen, die heeft 1,2A nodig. Kan dit?
A
Nee, de zekering zal aanslaan.
B
Ja, de apparaten worden wel alleen heel warm.
C
Ja, er is niks aan de hand.
D
Geen idee

Slide 16 - Quiz

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §6.4 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱

Slide 17 - Slide

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in de meterkast.
Zekering
Aardlekschakelaar
kWh-meter
groepenkast

Slide 18 - Drag question

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 19 - Quiz

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
niemand
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 20 - Quiz

Je kunt nu ...
  • vijf onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen;
  • uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaat;
  • uitleggen wat een lekstroom is.




Slide 21 - Slide