H3.1 Klimaat

H3.1 Klimaat
Welke factoren bepalen de klimaten in Chili?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H3.1 Klimaat
Welke factoren bepalen de klimaten in Chili?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Unieke ligging
► Chili is het langste land ter wereld. Het smalle land bestaat uit een kustgebied langs de Grote Oceaan in het westen en het Andesgebergte in het oosten.

● Chili vier seizoenen. Maar die vallen tegenovergesteld aan onze seizoenen --> ligt op het zuidelijk halfrond.
De winter duurt van juni tot en met augustus en de zomer van december tot en met februari 


Slide 3 - Slide

Unieke ligging
Chili heeft 4 verschillende klimaten:
1. Het noorden is kurkdroog. Daar ligt een woestijn.
2. Rond hoofdstad Santiago is een mediterraan klimaat met warme, droge zomers en korte, milde winters met regen.
3. Hoe zuider, hoe kouder en natter in Chili. Hier heerst een gematigd zeeklimaat.
4. In de Andes is er een hooggebergteklimaat.

Slide 4 - Slide

Wanneer duurt de winter in Chili?
A
December-februari
B
September-november
C
Maart-mei
D
Juni-augustus

Slide 5 - Quiz

Wanneer vindt de zomer plaats in Chili?
A
Maart-mei
B
September-november
C
Juni-augustus
D
December-februari

Slide 6 - Quiz

Wat voor klimaat heerst er in het noorden van Chili?
A
Mediterraan
B
Hooggebergteklimaat
C
Kurkdroog
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 7 - Quiz

Wat voor klimaat vind je in de Andes in Chili?
A
Gematigd zeeklimaat
B
Koud en nat
C
Hooggebergteklimaat
D
Tropisch

Slide 8 - Quiz

Waar ligt de Atacama, de droogste woestijn op aarde?
A
In het zuiden
B
In het noorden
C
In de Andes
D
Rond de hoofdstad Santiago

Slide 9 - Quiz

Droogte in Chili
Het extreem droge klimaat in het noordelijke deel van Chili wordt bepaald door 3 factoren:
1. het subtropische gebied van hoge luchtdruk boven de Grote Oceaan
2. de Humboldtstroom
3. het Andesgebergte

Slide 10 - Slide

subtropische gebied van hoge luchtdruk boven Grote Oceaan
Voor de kust van Chili ligt een hogedrukgebied
Hier stroomt de lucht aan het aardoppervlak weg. 
Deze wegstromende lucht wordt vervangen door dalende lucht van bovenaf die kouder is dan de lucht op aardoppervlak --> de lucht warmt op tijdens het dalen. Lucht die warmer wordt, zet uit en kan waterdamp bevatten. Bewolking lost op en er valt geen neerslag.

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt er met de lucht tijdens het dalen?
A
De lucht warmt op
B
De lucht wordt vochtiger
C
De lucht blijft hetzelfde
D
De lucht koelt af

Slide 12 - Quiz

Waarom lost de bewolking op en valt er geen neerslag?
A
De lucht wordt vochtiger
B
Er is te weinig waterdamp in de lucht
C
De lucht warmt op tijdens het dalen
D
De lucht koelt af tijdens het dalen

Slide 13 - Quiz

de Humboldtstroom
Voor de kust van Chili stroomt de Humboldtstroom. Deze zeestroom komt vanaf de Zuidpool en is koud
Door de koude zeestroom wordt de lucht die langs de westkust stroomt afgekoeld. Het koude water verdampt bijna niet en er wordt boven de oceaan dus geen regen gevormd. Dit leidt ertoe dat er op lage breedte bijna geen neerslag valt.

Slide 14 - Slide

Waar komt de Humboldtstroom vandaan?
A
De Humboldtstroom ontstaat in de Stille Oceaan.
B
De Humboldtstroom komt vanaf de Noordpool.
C
De Humboldtstroom ontstaat in de Atlantische Oceaan.
D
De Humboldtstroom komt vanaf de Zuidpool.

Slide 15 - Quiz

het Andesgebergte
In het noorden van Chili houdt het Andesgebergte oceaanlucht uit Argentinië tegen. Die vochtige lucht komt aanwaaien vanaf de Atlantische Oceaan en moet stijgen door het Andesgebergte --> ontstaan stuwingsregens aan oostkant van de Andes, terwijl Chili in de regenschaduw ligt.
In het zuiden overheersen westenwinden. Aanlandige winden brengen stuwingsregens aan de westkant van Andesgebergte.

Slide 16 - Slide

Wat veroorzaakt stuwingsregens aan de westkant van de Andesgebergte?
A
Aflandige winden
B
Aanlandige winden

Slide 17 - Quiz

5

Slide 18 - Video

00:19
Hoe vaak komt El Nino?

Slide 19 - Open question

00:23
Welke oceaan?

Slide 20 - Open question

00:25
Waar is het water koud?
A
Westen
B
Oosten
C
Noorden
D
Zuiden

Slide 21 - Quiz

01:00
Waarom zijn vissers niet blij met El Nino?

Slide 22 - Open question

01:32
Kenmerken van El Nino

Slide 23 - Mind map

Einde
Maken: Alle opdrachten van H3.1

Klaar? Lees op SOM (op je laptop) de samenvatting van H3.1 en lees daarna H3.2

Huiswerk: maken H3.1
Volgende les --> controle vragen over H3.1 + nakijken

Slide 24 - Slide