Lezen 1hv H1/2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lezen

Doelen

Je kunt oriënterend lezen om het onderwerp van een tekst te bepalen.

Je kunt globaal en zoekend lezen om informatie uit een tekst te halen.

Je kunt het deelonderwerp van een alinea (of alinea's) bepalen.

Onderwerp

Onderwerp: waar de tekst over gaat in één woord of een paar woorden.

Alinea: kleine stukjes tekst waarin een tekst verdeeld is.

Onderwerp vinden

1. Bekijk de tekst (de titel, de illustraties, de tussenkopjes en anders gedrukte woorden)

2. Lees de eerste alinea

3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Oefenen

Je krijgt steeds 60 seconden een stukje tekst te zien.

Het is steeds de titel en de inleiding.

Na elke slide vul jij in wat het onderwerp van de tekst is.

Je mag niet meer dan 3 woorden gebruiken.

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

Wat is het onderwerp van de tekst?

Leesstrategie

Oriënterend lezen: bekijk de tekst en lees de eerste alinea.

Globaal lezen: lees de eerste en laatste zinnen van elke alinea.

Zoekend lezen: zoek iets op in de tekst.

Verdeling in een tekst

Inleiding

Middenstuk (kern)

Slot

Deelonderwerpen: verschillende aspecten van het onderwerp die worden besproken in een tekst. Je vindt ze door globaal te lezen.

Welke beweringen is onjuist?

1. Een ander woord voor middenstuk is kern
2. Het middenstuk is vaak het langste gedeelte van de tekst.
3. Het middenstuk bevat weinig nieuwe informatie
4. Het middenstuk komt na de inleiding en voor het slot

Wat hoort bij inleiding, kern of slot? Sleep de blokken naar het juiste tekstonderdeel.

Inleiding

Kern

Slot

de aandacht van de lezer trekken

voor- en nadelen

voorbeelden

conclusie

herhaling mening

samenvatting

vraag of stelling

Wat gaan we doen?

Lezen hoofdstuk 1 maken.

Lezen hoofdstuk 2 maken.

Proefwerk begrijpend lezen.