Quiz, waar staan we?

Wat doe je als de zorgvrager niet wil dat je zijn bed verschoont?
A
het bed door iemand anders laten opmaken
B
uitvragen waarom de zorgvrager dit niet wil
C
tegen de wil van de zorgvrager het bed toch opmaken
1 / 42
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat doe je als de zorgvrager niet wil dat je zijn bed verschoont?
A
het bed door iemand anders laten opmaken
B
uitvragen waarom de zorgvrager dit niet wil
C
tegen de wil van de zorgvrager het bed toch opmaken

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Quiz, waar staan we?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van de opbouw van de huid?
A
Opperhuid-Lederhuid- Onderhuids bindweefsel
B
Lederhuid-Opperhuid-Onderhuids bindweefsel
C
Onderhuidsbindweefsel-Lederhuid-Opperhuid
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De huidlagen
1
2
3
Epidermis
Subcutis
Dermis

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Schimmels kunnen ziekten veroorzaken, wat is een voorbeeld van ziekte door schimmel
A
koortslip
B
longontsteking
C
zwemmerseczeem
D
hoofdluis

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet maagsap met bacteriën?
A
Het maakt bacteriën onschadelijk.
B
Het laat bacteriën intact.
C
Het vermenigvuldigt bacteriën.
D
Het doodt bijna alle bacteriën.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Voortplanting bij bacteriën en schimmels...
A
Bacteriën: celdeling Schimmels: celdeling
B
Bacteriën: celdeling Schimmels: sporen
C
Bacteriën: sporen Schimmels: celdeling
D
Bacteriën: sporen Schimmels: sporen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De huid heeft 3 taken.
Wat is GEEN taak van de huid?
A
beschermen tegen giftige gassen uit de lucht
B
beschermen tegen vuil en ziekteverwekkers
C
lichaam op temperatuur houden
D
beschermen tegen de zon

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is dit decubitus
of smet?
A
decubitus
B
smetten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Is dit decubitus
of smetten
A
Decubitus
B
Smetten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Is dit
decubitus of smet?
A
decubitus
B
Smet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor klaplong?
A
Pneumonie
B
Pneumothorax
C
Pleuritis

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

7: Wat zijn de nadelen van een antibiotica kuur?
A
Je dier kan bijwerkingen krijgen zoals diarree of huidproblemen
B
Goede bacteriën (zoals bijvoorbeeld in de darmen gaan ook dood
C
Bacteriën kunnen immuun worden voor antibiotica bij lang gebruik

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die incontinent is, heeft groter risico op:
A
vereenzaming, isolement
B
uitdroging
C
bacteriële infecties
D
huidproblemen, zoals smetten en decubitus

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een tekort aan vitamine D veroorzaken?
A
Verminderde vruchtbaarheid
B
Huidproblemen
C
Spijsverteringsproblemen
D
Botafwijkingen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe maak ik het gebit van de patiënt schoon?
A
Door met tandpasta het gebit van de patiënt te poetsen.
B
Ik besteed hier geen aandacht aan.
C
Door met zeep het gebit van de patiënt te poesten.
D
Ik spoel het gebit grondig met water.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het gebit bestaat uit tanden en kiezen. Uit hoeveel kiezen bestaat het gebit?
A
12
B
14
C
16
D
18

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Het skelet biedt stevigheid en bescherming. Uit hoeveel botten bestaat ons skelet?
A
56
B
106
C
206
D
306

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bescherming is een functie van een skelet. Welk orgaan krijgt bescherming van het skelet?
A
Nieren
B
Darmen
C
Longen
D
Lever

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is ook een functie van het skelet?
A
maakt bloedcellen
B
maakt hormonen
C
maakt enzymen
D
al het bovenstaande

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het skelet bestaat uit botten. Botten zijn......
A
Dood weefsel
B
Levend weefsel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Door lucht in de holte tussen het longvlies en het borstvlies is er geen vacuüm meer en kan de long zich niet meer ontplooien.
Wat is er aan de hand?
A
Pneumothorax
B
Apneu
C
COPD
D
Longembolie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt je temperatuur gereguleerd?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Welke manier van temperatuur meten heeft de voorkeur en waarom?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Hoe reguleert het lichaam een lage temperatuur?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat is een normale temperatuur?
A
37,5-38,5
B
38,5-39
C
36,5-37.5
D
36- 38

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

het meten van de temperatuur doe je:
A
rectaal
B
thympanisch
C
axicllair
D
alle drie de methodes zijn goed.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welke temperatuur is koorts
A
36,5
B
37,5
C
38.0
D
39.0

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij een hypothermie zakt de temperatuur onder de
A
37 graden
B
36 graden
C
35 graden
D
34 graden

Slide 30 - Quiz

 een kerntemperatuur van 28 oC of lager is levensbedreigend
Hoe noem je onder de oksel temperaturen?
A
oraal
B
Rectaal
C
Axillair
D
Temporaal

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

orale temperatuur meet je in je......
A
anus
B
mond
C
voorhoofd
D
onder de oksel

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de volgorde voor het wassen van een vagina?
A
liezen, buitenkant schaamlippen, binnenkant schaamlippen
B
buitenkant schaamlippen, binnenkant schaamlippen, liezen, schaamheuvel
C
liezen, schaamheuvel, buitenkant schaamlippen, binnenkant schaamlippen
D
schaamheuvel, binnenkant schaamlippen, buitenkant schaamlippen, liezen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

als je handschoenen hebt gedragen tijdens het verzorgen van een zorgvrager hoef je na afloop geen handen te wassen
A
juist
B
onjuist
C
mag je zelf weten

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voordeel van het verzorgend wassen?
A
Sneller wassen
B
Cliënten koelen minder af
C
Beschermt de huid
D
ABC

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

De volgorde van het bovenlichaam wassen is:
A
Gezicht, verste arm, borst, buik, andere arm, oksels
B
Gezicht, arm dichtstebij, borst, buik, verste arm, oksels
C
Gezicht, oksels, buik, borst, armen van ver naar dichtbij
D
Oksels, gezicht, armen van ver naar dichtbij, borst, buik

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Bij het wassen van een zorgvrager
A
Werk je van beneden naar boven
B
Van boven naar beneden
C
Van vuil naar schoon
D
Van schoon naar vuil

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Jasper helpt meneer Aziz bij het wassen. Jasper maakt voor het eerst gebruik van verzorgend wassen. Als Jasper uitlegt wat hij gaat doen vraagt meneer: 'Word ik dan wel net zo schoon als met gewoon wassen?'
Wat denk jij?
A
Ja, de zorgvrager wordt met verzorgend wassen net zo schoon
B
Ja, maar met verzorgend wassen moet je wel meer schrobben
C
Nee, de huid is na verzorgend wassen minder schoon.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Aankleden van een zorgvrager met een halfzijdige verlamming begin je aan de aangedane kant
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eerste stap bij het opmaken van een bed?
A
linnengoed klaarleggen
B
hulp vragen om samen een bed op te maken
C
handschoenen aandoen
D
handen wassen

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Bij 't bed opmaken is 't belangrijk dat 't onderlaken strak ligt omdat plooien kunnen irriteren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Geslachtsorganen wassen met zeep.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions