Afkortingen schrijf je op verschillende manieren: met hoofdletters en met kleine letters, met en zonder punten.
Zo schrijf je afkortingen
Afkortingen van namen van bedrijven, organisaties en landen schrijf je met hoofdletters: VW, SP, NL, ANWB, SBS, VN.
Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig uitspreekt, schrijf je met punten: a.u.b., bijv., e.d., i.c.m., t.w.v., z.o.z.
De meeste andere afkortingen schrijf je met kleine letters, zonder punten: vmbo, bh, ov, pin, sms.
Gebruik bij twijfel over de schrijfwijze een woordenboek