Les 16 (28 mei, week 22)

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Mittwoch, 28. Mai 

Woche 22

Heute

• Toetsstof
• Schreiben
• Wörterliste

Aan het einde van de les kan je:

• de voorzetsels zu, nach en in juist gebruiken.

 

Lernziele

Grammatik E K6

Wanneer gebruik je welke?

'zu'  in de richting van (+3e nv)

--> bij personen 

--> bij richtingen met een lidwoord (3e naamval)

voorbeeld:

--> zu meiner Mutter, zu meinem Vater, zu meiner Freundin

--> zur (zu der) Schule fahren, zum (zu dem) Bahnhof

Wanneer gebruik je welke?

'nach'  (+3 nv)

--> bij steden 

--> landen zonder lidwoord

--> bij (wind)richtingen 

--> vaste uitdrukking

voorbeeld:

--> nach Berlin, nach Utrecht

--> nach Deutschland, nach Belgien

--> nach links, nach Norden

--> nach Hause kommen 

--> nach Hause gehen

Wanneer gebruik je welke?

'in' naar binnen gaan (4e nv)

--> bij landen met een lidwoord 

--> bij vaste combinaties

voorbeeld:

--> in die Schweiz, in die Niederlande fahren

--> in die Schule gehen - ins (in das) Kino/Theater/Museum gehen

Grammatik E

Training (S. 276) Maak opdracht 3.

Challenge (S. 277) Maak opdracht 2.

Deze opdrachten maak je zelfstandig!

Toetsstof

Schreiben

Opvallendheden

Je schrijft een brief terug. Je verwerkt de punten die bij de opdracht staan beschreven. Zorg dat er elke keer een regel tussen zit voor feedback!

Na 20 minuten beginnen we met een feedbackronde. 

Instructie

tafels uit elkaar

1. Wissel je brief uit met je buurman/buurvrouw. 
2. Lees de brief rustig door. 
3. Kijk of alle punten in de brief verwerkt zijn. Geef feedback als dit niet zo is.
4. Kloppen de zinnen? Klopt de grammatica? Geef feedback.

Je krijgt 5 minuten om elkaars brief te lezen en feedback te geven. Daarna krijg je je brief inclusief feedback terug en verwerk je de feedback.