8.3 Geluidssterkte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom les 1

Geluidsterkte

Leerdoelen deze week:

Je kunt.....

uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.

uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron.

beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.

uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.

berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.

berekeningen maken met de geluidssterkte en de afstand tussen jezelf en een ‘puntvormige‘ of ‘lineaire’ geluidsbron. (VWO)

8.3 Geluidssterkte

Geluidssterkte

Wanneer een voorwerp trilt maakt het geluid. Trillen is heen en weer bewegen. De snaren van een gitaar trillen als je ze aanslaat. Hoe harder je de snaar  aanslaat hoe verder de snaar tijdens het trillen van de evenwichtstoestand gaat. De maximale uitwijking is dan groter. De maximale uitwijking noemen we ook wel de amplitude.

Geluidssterkte (decibel - dB)

Amplitude

Harder/zachter

Harder/zachter/hoger/lager

Geluidssterkte

Filmpje 

Geluidssterkte

Filmpje

Decibel

Geluidssterkte in dB

Een vreemde schaal

Meten in decibel werkt wel een beetje anders dan je gewend bent. Een stofzuiger maakt ongeveer 70 dB geluid. 

Toch maken 2 stofzuigers samen niet hetzelfde geluid als een startend vliegtuig met 140 dB.

Filmpje decibel

Geluidssterkte in dB

► Twee stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 73 dB.

 
► Vier stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 76 dB. 

► Acht stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 79 dB.

Aan de slag! VWO

Leerroute A:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 1 t/m 5 + 7 en 8 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute B:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 3 t/m 9 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute C:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 10, 11 en 12 van §8.3 (in je schrift)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Aan de slag! Havo

Leerroute A:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 1 t/m 8 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute B:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 3 t/m 10 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute C:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 11 en 12 van §8.3 (in je schrift)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Welkom les 2

Geluidssterkte

Leerdoelen deze week:

Je kunt.....

uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.

uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron.

beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.

uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.

berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.

berekeningen maken met de geluidssterkte en de afstand tussen jezelf en een ‘puntvormige‘ of ‘lineaire’ geluidsbron. (VWO)

Geluidssterkte

    Geluidssterkte kun je meten met een decibelmeter

1

Gehoordrempel

Rekenen met dB-schaal

De straalmotoren van een vliegtuig produceren een geluidssterkte van ongeveer 120 dB, een auto ongeveer 60 dB. De straalmotoren maakten 120 dB. Dat is 60 dB meer dan één auto. Dit betekent dat je het geluid van de auto (60 : 3 = ) twintig keer moet verdubbelen. Dat betekent dat de straalmotoren 1.048.576 keer zoveel geluid maken.

Andersom werkt dit natuurlijk ook.

Als het geluid twee keer zo 

zacht wordt, gaat er 3 dB af.

Geluidssterkte VWO

Puntvormige geluidsbron:

• Geluid komt vanuit één plek
• Als de afstand verdubbelt, neemt de geluidssterkte met 6 dB af.

Lineaire geluidsbron:

• Geluid komt vanuit een lijn of ''gebied''
• Als de afstand verdubbelt, neem de geluidssterkte met 3 dB af.

Aan de slag! VWO

Leerroute A:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 1 t/m 5 + 7 en 8 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute B:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 3 t/m 9 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute C:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 10, 11 en 12 van §8.3 (in je schrift)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw

Aan de slag! Havo

Leerroute A:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 1 t/m 8 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute B:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 3 t/m 10 van §8.3 (in je schrift)

Leerroute C:

nakijken opgaven §8.2

maken test jezelf §8.2

maak opdracht 11 en 12 van §8.3 (in je schrift)

rood = Iedereen is stil

oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw