ELEDUCA Les 1

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1,2

A la clase de español básico : Lección 1(uno)

Wat heb je nodig? ¿Qué necesitas?

- aantekening materiaal

-werkboek (ontvang je van de docent):

https://1drv.ms/b/s!AoPUrADmYF9yc24xInFmzr0LcSI?e=pfimza 

-internet 

-woordenboek (digitaal of niet)

Hoe kan je met in contact komen?

(privé) 0620286884 

(ELEduca) 0616442939

(email) [e-mail]

!!! email is sneller !!!

Betaling rond? dat kan: 

Scan onderstaande QR code om gelijk je betaling af te ronden voor de cursus Spaans A1.

 

NL34INGB0006871955 t.a.v.  Eleduca

Welke woordjes gebruik je om jezelf voor te stellen in het nederlands?

Welke woordjes gebruik je om jezelf voor te stellen in het Spaans?

Doelen [Objetivos]

1. Je kunt iemand begroeten en afscheid nemen (herhalen)

2. Je kunt jezelf voorstellen door te zeggen:

*hoe je heet.

*hoe oud je bent.

*waar je woont.

en dit vragen aan iemand anders.

3. Je kunt iemand anders voorstellen.

Presentarse=Zich voorstellen

Hola!/Buenos dias/Buenas tardes/Buenas noches

Me Llamo.....(ik heet)....

mi nombre es....(mijn naam is)...

Yo soy....(ik ben)....

vivo en....(ik woon in)....

¿Cómo estás?

¿De dónde eres?

¿Tienes hermanos?

No, no tengo.

Soy de Holanda

Muy bien gracias.

Wat is een antwoord op de vraag die je hoort?

1. Soy de Madrid
2. No, gracias
3. Me llamo Juan
4. De nada

Dit betekent hetzelfde als

1. Hola soy hermano
2. Hola ¿cómo estás?
3. Hola de nada
4. Hola ¿de dónde eres?

Wat is de vertaling van wat je hoort?

1. Heel goed, en met jou?
2. Gaat wel
3. Hoe oud ben je?
4. 20 jaar

Op welke vraag is dit een antwoord?

1. ¿Cómo estás?
2. ¿De dónde eres?
3. ¿Eres española?
4. ¿Tienes hermanos?

Wat is een logische reactie op wat je hoort?

1. Ahora no puedo
2. De nada, gracias
3. No, y ¿de dónde eres tu?
4. Muy bien ¿ y tú?

Wat zeg je niet als je afscheid neemt?

1. Hasta luego
2. Hasta la vista
3. Hasta la casa
4. Adiós

Begroeten en
afscheid nemen

wat kan je allemaal al
over jezelf vertellen?

!

het werkwoord ser betekent zijn.

deze werkwoord gebruik je om te vertellen wat iemand/iets is, wie ze zijn en hoe ze zijn.

het werkwoord ser betekent zijn. 

deze werkwoord gebruik je om te vertellen wat iemand/iets is, wie ze zijn en hoe ze zijn.

https:

https:

https:

!

het werkwoord tener gebruik je om te zeggen ik heb...iets

maar let op in het spaans gebruik je tener ook om te praten over leeftijd. 

ik ben 20 zeg je dan Yo tengo veinte años. 

Sleep de gele cijfers naar de groene getallen!

uno

dos

tres

cuatro

cinco

seis

siete

ocho

nueve

diez

Once

Doce

Trece

Catorce

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

12

11

13

14

Ik heb het onderwerp van vandaag begrepen?

😒🙁😐🙂😃