Paragraaf 2.1 deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom

3 vwo ECONOMIE  ||  2024-2025

Opdracht 30

Opdracht 31

B, Het is goedkoper om 

thuis koffie te zetten en 

mee te nemen, dan om 

koffie op het station te 

kopen.

C. Buiten de budgetset betaal je meer geld dan je hebt. Je kunt niet meer uitgeven dan je budget.

Opdracht 32

B. Als je budget toeneemt, kun je meer geld uitgeven. Dus kun je ook meer attracties bezoeken.

Opdracht 32C.

Opdracht 33A

Opdracht 33B

Opdracht 34

BAC

Opdracht 35

A. In grafiek B kan de budgetlijn ook omlaag zijn verschoven, doordat zowel broodjes als T-shirts beide procentueel evenveel duurder zijn geworden.

B. De budgetlijn kan boven de blauwe oorspronkelijke lijn komen te liggen wanneer (1) het budget is gestegen of (2) beide producten procentueel evenveel goedkoper zijn geworden.

Leerdoelen

Hoe mensen handelen voordat er geld bestond. 

Ruilen

- Directe ruil

- Indirecte ruil

Betalen met munten en bankbiljetten.

• Veel munten opzak --> risico overvallen.
• Munten bij de goudsmit in bewaring --> wissel (bewijs).
• De kantoren met wissels werden de eerste banken.

Fiduciair geld

• Geld gebaseerd op vertrouwen. 

Wat is een nadeel van directe ruil?

Wat is indirecte ruil?

1. Je krijgt het gekochte niet direct, het wordt opgestuurd
2. Je ruilt een goed tegen een ander goed
3. Je ruilt een goed tegen chartaal geld
4. je ruilt een goed tegen chartaal of giraal geld

Aan het werk

Maken 1 t/m 6

Beheers je het leerdoel?