Wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Voornaamwoorden
Wederkerend & wederkerig
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voornaamwoorden
Wederkerend & wederkerig

Slide 1 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
Werkwoorden met 'zich'

Voorbeeld: zich wassen, zich herinneren

'Zich' verwijst naar de persoon die het onderwerp is

Slide 2 - Slide

Voorbeelden

Ik herinner me
Hij herinnert zich
U herinnert u
Wij herinneren ons

Slide 3 - Slide

Wederkerig voornaamwoord
Elkaar --> het verwijst naar personen

Voorbeeld: Zien jullie elkaar nog weleens?

Slide 4 - Slide

De docent heeft zich in de datum van de ouderavond vergist.
A
wederkerend voornaamwoord
B
wederkerig voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een wederkerend en wederkerig voornaamwoord?

Slide 6 - Open question

Benoem het persoonlijk vnw, bezittelijk vnw, wederkerend vnw en wederkerig vnw:
Jullie vergisten je in de datum.

Slide 7 - Open question

Benoem het persoonlijk vnw, bezittelijk vnw, wederkerend vnw en wederkerig vnw:
De datum van jullie verjaardag ben ik vergeten.

Slide 8 - Open question

Wij begrijpen elkaar als geen ander.
A
wederkerend voornaamwoord
B
wederkerig voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

De tennissters gunnen..........(wederkerig voornaamwoord) de overwinning niet.

Slide 10 - Open question

Vraag jij ......(wederkerend voornaamwoord) ook weleens af waarom ongezonde dingen zo lekker zijn?

Slide 11 - Open question

Wij verheugen ....... (wederkerend voornaamwoord) erg op de kerstvakantie.

Slide 12 - Open question