KrachtenToetsVoorbereiding3HV

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Krachten

Toetsvoorbereiding 3H/V

Piet pakt een flesje alcoholvrij Grolsch.

Het flesje heeft een massa van 640 gram.

Om het flesje op te tillen moet de kracht van Piet gelijk zijn aan de zwaartekracht.

Hoeveel is dat?

F_spier

Hoe reken je de spierkracht uit?
[Piet pakt een Flesje van 640g]

1. 6.28
2. Fz=m*g Fz=0.64kg*9.81kg/N=6.28N
3. 0.64*9.81=6.28
4. 0.64*9.81=6.28 N

Piet wil dit flesje alcoholvrij Grolsch openen. Dat gebeurt bij een kracht van 40N. Piet zet zijn duim onder het dopje en duwt. Het doet pijn.

Leg aan de hand van de begrippen 'druk' en 'oppervlakte' uit waarom het pijn doet.

Piet pakt een flesopener.

Hij zet hem op de fles.

De fles is nu een stuk makkelijker om te openen. Waarom?

1. De flesopener werkt als een hefboom.
2. Het oppervlakte waar je kracht op zet is groter dus de druk (op je duim) is kleiner.
3. Zowel A als B.
4. Geen van allen.

Fspier

Fwerk

Draaipunt

Het flesje schiet open bij een kracht van 40N.

Piet trekt op 9cm van het draaipunt aan de flesopener met 10N aan kracht.

De dop van het flesje wordt omhoog gedrukt

op een afstand van 3cm van het draaipunt.

Krijgt Piet de fles open?

Fles open bij 40N.
Fspier 10N op een arm van 9cm.
Fwerk op 3cm.
Krijgt Piet de fles open?

1. Ja
2. Nee

Beter gevraagd:
Ga met een berekening na of Piet het flesje open krijgt.

F_z [N] = m [kg] × g (9.81)[kg/N]

F_l (kracht links) × r_l (arm links) =  Fr (kracht rechts) × r_r (arm rechts)

Piet wil het lege flesje van 300 gram met zo min mogelijk moeite zijn pakhuis in hijsen.

Hij bouwt de volgende takel. (Zie rechts)

Wat is de benodigde spierkracht om het

flesje te hijsen?

Bereken de spierkracht om
het flesje van 310 gram te hijsen met de takel links.

Tips voor het leren

1.  Maak een planning.
   
2. Lees alles goed door. Vooral 'Samenvatting' & 'Je kunt nu'.
3. Bekijk de vragen nog eens. Kan je ze?
4. Leer de stukken die je niet kent. Vooral: Oefen de vragen die je niet kan.
5. Stamp niet alleen formules, maar kijk hoe ze werken.
6. Maak de proeftoets.
7. Zoek het op!

Lees 'wat kan je nu' van elke paragraaf. Wat vind je moeilijk of 'eng'?