Herhaling Hoofdstuk 3

Herhaling Hoofdstuk 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Tijd van Monniken en Ridders
Tijdvak 3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Karel de Grote
Keizer van het Frankische Rijk

"Vader van Europa"

Slide 4 - Slide


Frankische Rijk

Opvolger van het West-Romeinse rijk
Karel de Grote als opvolger van de Romeinse keizers

maak opdracht 1 op bladzijde 64

Slide 5 - Slide

Bestuur van het Frankische Rijk
Leenstelsel
land in leen (moest dus terug gegeven worden)
belangrijke mensen kregen grote gebieden
.
maak opdracht 2 op bladzijde 65


Slide 6 - Slide

Leenstelsel
Leenheer
leent land uit aan leenman
leenman bestuurt het land en krijgt daar inkomsten uit
leenman moet soldaten leveren aan de leenheer

Slide 7 - Slide

Politieke verdeeldheid
Karel de Grote was een goede koning
Zijn opvolgers minder
Leenmannen luisterden niet meer en gingen land zelf besturen
Hierdoor kwamen veel oorlogen
Maak opdracht 4 op bladzijde 66

Slide 8 - Slide

Hoe is Nederland christelijk geworden?

Missionarissen werden naar Nederland gestuurd
Missie = opdracht

Slide 9 - Slide

Bekeren
De Friezen hadden een natuurgodsdienst.

Goden leefden in 'heilige bomen'

Slide 10 - Slide

Vermengen van culturen
christendom werd vermengd met de Germaanse tradities

Christelijk feest
Germaans feest
Kerst (geboorte jezus)
Midwinterfeest (kortste dag)
Pasen (jezus staat op uit de dood)
Lentefeest (natuur komt weer tot leven)

Slide 11 - Slide


Monniken

Leefden afgescheiden van iedereen
Waren alleen bezig met bidden en werken

vrouwelijke vorm = non

Slide 12 - Slide

Invloed van de kerk
mensen van de kerk (geestelijken) konden lezen en schrijven
Hierdoor ging de adel, bijvoorbeeld koningen, hen inhuren

Elke preek vertelde de kerk hoe de mensen moesten leven

Slide 13 - Slide

Hofstelsel
Boeren leefden op  het land van mannen van adel
Het was een gevaarlijke tijd en mensen zochten bescherming
voor de bescherming werd een deel van de vrijheid ingeleverd
horigen waren halfvrij


Maak opdracht 1 op bladzijde 73

Slide 14 - Slide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 15 - Slide

Halfvrije boeren
Horigen werden ze genoemd
Rechten: gebruikten een huis met een stuk land 
Plichten: belasting betalen en herendiensten doen



Maak opdracht 2 en 3 op bladzijde 73



Slide 16 - Slide

Drie sociale groepen

Geestelijken --> Bidden
Adel --> Strijden
Boeren --> Werken

Je afkomst bepaalde bij welke groep jij hoorde

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Standen
De geestelijken en de edelen hadden privileges (voorrechten)
Bijvoorbeeld: geen belasting betalen

Hierdoor werden de adel en de geestelijken rijker en de derde stand armer

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide