📚 Les Kloklezen – Basis

📚 Les Kloklezen – Basis
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

📚 Les Kloklezen – Basis

Slide 1 - Slide

1. Digitaal en Analoog

Slide 2 - Slide

1. Digitaal en Analoog

Analoog = Een klok met wijzers (rond, wijzers draaien).

Digitaal = Een klok met cijfers (bijvoorbeeld 14:30).

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Op een digitale klok:


Overdag (tussen 00:00 en 11:59) zie je de ochtendtijden.

's Middags begint het bij 12:00.

Daarna gaat de klok gewoon verder tellen:
Bijvoorbeeld 13:00 = 1 uur 's middags, 14:00 = 2 uur 's middags, enzovoort.

Slide 5 - Slide

Kort:
00:00 = middernacht (begin van de nacht)

06:00 = 6 uur 's ochtends

12:00 = 12 uur 's middags

18:00 = 6 uur 's avonds

23:59 = vlak voor middernacht (laatste minuut van de dag)


Slide 6 - Slide

2. Hoe werkt een klok?

Op een klok staan 12 cijfers.

De klok begint bij 12 en gaat in een ronde.

Er zijn 2 wijzers:

Kleine wijzer = het uur.
Grote wijzer = de minuten.

Slide 7 - Slide

3. Hoeveel uren en minuten?

Er zijn 24 uur in een dag.

Een analoge klok toont 12 uur → daarom is er ochtend (AM) en middag/avond (PM).

In de middag tel je +12 bij:

Bijvoorbeeld: 3 uur in de middag = 15 uur.

In 1 uur zitten 60 minuten.

Slide 8 - Slide

4. Hele uren

Grote wijzer wijst naar 12 = een heel uur.

Kleine wijzer wijst naar een getal = dat is het uur.

Voorbeelden:

Kleine wijzer op 3, grote op 12 → 3 uur.

Kleine wijzer op 7, grote op 12 → 7 uur.

Slide 9 - Slide

5. Halve uren

Grote wijzer wijst naar 6 = half uur.

Kleine wijzer staat tussen twee getallen.

Je kijkt naar het volgende uur.

Voorbeelden:
Kleine wijzer tussen 3 en 4, grote wijzer op 6 → Half vier.

Kleine wijzer tussen 9 en 10, grote wijzer op 6 → Half tien.

Slide 10 - Slide

6. Kwartieren

Grote wijzer op 3 = Kwart na (= 15 minuten over).

Grote wijzer op 9 = Kwart voor (= 15 minuten voor).

Voorbeelden:
Grote wijzer op 3, kleine wijzer op 2 → Kwart na twee.

Grote wijzer op 9, kleine wijzer bijna op 3 → Kwart voor drie.

Slide 11 - Slide

7. Minuten lezen (5, 10, 20, ...)

Grote wijzer op 1 = 5 over.

Grote wijzer op 2 = 10 over.

Grote wijzer op 4 = 20 over.

Grote wijzer op 5 = 25 over.

Slide 12 - Slide

7. Minuten lezen (5, 10, 20, ...)

Grote wijzer op 7 = 25 voor.

Grote wijzer op 8 = 20 voor.

Grote wijzer op 10 = 10 voor.

Grote wijzer op 11 = 5 voor.

Slide 13 - Slide