Paragraaf 3.1: Hoe kom je aan een baan?

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Paragraaf 3.1: Hoe kom je aan een baan?

Slide 2 - Slide

Werk

Slide 3 - Mind map

Heb jij al een bijbaantje? Zo ja, wat doe jij?

Slide 4 - Open question

Leerdoelen
In deze les leer je:
  • Wat een vacature is
  • Wat solliciteren is
  • Wat er wordt bedoeld met de arbeidsmarkt
  • Hoe je gegevens kan aflezen uit een cirkeldiagram
  • Wat het nut is van arbeidsdeling
  • Waarom scholing belangrijk is
  • Wat het verschil is tussen een voltijd- en een deeltijdbaan
  • Wat de belangrijkste redenen zijn om te werken (K/GL)




Slide 5 - Slide

Hoe kom je aan een baan?
Als een bedrijf een baan heeft waarvoor iemand wordt gezocht is dat een vacature.
 
Als jij denkt dat dat een geschikte baan voor jou is, kun je hierop solliciteren. Je laat dan weten dat je die baan graag wilt hebben.


    Slide 6 - Slide

    Welk bijbaantje zou jij graag willen hebben?

    Slide 7 - Open question

    Op welke manieren kan je solliciteren?

    Slide 8 - Open question

    Arbeidsmarkt
    Er zijn bedrijven die personeel nodig hebben voor al het werk => VRAAG
     
    En er zijn mensen die werken of op zoek zijn naar werk => AANBOD

    Samen is dat de arbeidsmarkt.




      Slide 9 - Slide

      Waaruit bestaat de arbeidsmarkt?
      A
      Alle banen die er zijn bij bedrijven
      B
      Alle mensen die werken of werk zoeken
      C
      Alle banen die er zijn bij bedrijven en alle mensen die werken of werk zoeken

      Slide 10 - Quiz

      Slide 11 - Video

      Als jij gaat solliciteren behoor je tot
      A
      de vraag op de arbeidsmarkt.
      B
      het aanbod op de arbeidsmarkt.

      Slide 12 - Quiz

      Grafieken
      Bij economie wordt vaak gebruik gemaakt van grafieken.

      Een grafiek noem je ook wel een diagram.

      Een voorbeeld hiervan is een cirkeldiagram.

      Een cirkeldiagram wordt gebruikt om een verdeling op een simpele manier weer te geven.





        Slide 13 - Slide

        Welk bijbaantje is het meest populair onder scholieren?

        Slide 14 - Open question

        Cirkeldiagram
        Een cirkeldiagram laat zien hoe een geheel in delen verdeeld is. 

        Het totaal is altijd 100%.

        Je kunt gemakkelijk inschatten welk deel het grootst is.






          Slide 15 - Slide

          Hoeveel procent is een cirkeldiagram in totaal?

          Slide 16 - Open question

          Arbeidsdeling
          Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen, elk met zijn eigen taken. 

          Dit noem je arbeidsdeling.

          Zo kan iedere werknemer doen waar hij of zij goed in is.







            Slide 17 - Slide

            Waarom is arbeidsdeling belangrijk voor een bedrijf?
            A
            Dan heeft het personeel minder verschillend werk
            B
            Dan kan het personeel beter en sneller werken

            Slide 18 - Quiz

            Scholing
            Voor veel werk is scholing nodig. Dan doe je een beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan.
             
            Voorbeelden van geschoold werk zijn: huisarts, automonteur, kapper, leraar en nog veel meer.

            Voor ongeschoold werk heb je geen beroepsopleiding nodig. Bijvoorbeeld: vakkenvullen en schoonmaakwerk.








              Slide 19 - Slide

              Noem een voorbeeld van geschoold werk.

              Slide 20 - Open question

              Wat is een voorbeeld van ongeschoold werk?
              A
              Advocaat
              B
              Politieagent
              C
              Docent
              D
              Vakkenvuller

              Slide 21 - Quiz

              Voltijd en deeltijd
              Een baan van 36 à 40 uur per week is een voltijdbaan (fulltime).
               
              Werk je minder dan 36 uur per week, dan heb je een deeltijdbaan (parttime).









                Slide 22 - Slide

                Je werkt 36 uur per week bij de Jumbo. Je hebt een
                A
                voltijd baan
                B
                deeltijd baan

                Slide 23 - Quiz

                Kader
                De leerlingen met Kaderniveau maken ook de volgende opdrachten. 

                Slide 24 - Slide

                Waarom werk jij?
                De meeste mensen werken niet alleen voor het geld. 

                Er zijn ook andere redenen om te werken:
                • om nuttig en zinvol bezig te zijn
                • voor de contacten met andere mensen 
                • om in je werk nieuwe dingen te leren
                • omdat werk regelmaat geeft aan je leven










                  Slide 25 - Slide

                  Waarom werk jij?

                  Slide 26 - Open question

                  Check leerdoelen 
                  • Wat is een vacature?
                  • Wat is solliciteren?
                  • Wat  wordt er bedoeld met de arbeidsmarkt?
                  • Hoe kan je gegevens aflezen uit een cirkeldiagram?
                  • Wat is het nut van arbeidsdeling?
                  • Waarom is scholing belangrijk?
                  • Wat is het verschil tussen een voltijd- en een deeltijdbaan?
                  • Wat zijn de belangrijkste redenen om te werken? (K/GL)

                  Oefenen met Kahoot!



                  Slide 27 - Slide

                  Wat heb jij vandaag geleerd? Schrijf zo veel mogelijk dingen op!

                  Slide 28 - Open question

                  Wat vond je lastig? Schrijf dit onderwerp op! Dan gaan we het hier de volgende les nog even over hebben!

                  Slide 29 - Open question

                  Aan de slag!
                  - Maak nu paragraaf 3.1 in het werkboek op blz. 94 t/m 98 (Kader  maakt ook blz. 99)
                  - Maak foto's van je gemaakte werk en lever dit in via classroom

                  Klaar => maak een keuze
                  - Herhalingsopdrachten (paragraaf 3.1 op blz. 126) 
                  - Plusopdrachten (paragraaf 3.1 op blz. 130) 



                  Slide 30 - Slide

                  Slide 31 - Link