4.5: Romeinen en Germanen

  • Julius Caesar
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • Julius Caesar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tijdvak 2
  • Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat verwacht ik van je!
-Heb je een vraag steek je je vinger op.
- Voor de rest gelden de regels.
->Geen telefoon
->Geen hoofddeksel.
->Geen jas

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Deze les:
  • Uitleg 4.5: Romeinen en Germanen
  • Aan de slag met opdrachten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

4.5: Romeinen en Germanen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

4.5: Romeinen en Germanen:
in deze paragraaf leer je:
  • Hoe Romeinen en bewoners van Zuid-Nederland met elkaar omgingen.
  • Hoe de Rijn de noordelijke grens van het rijk werd.
  • Welke invloed de Romeinen hadden op het leven in Zuid-Nederland.
  • Hoe het West- Romeinse rijk eindigde.

Kenmerkend aspect:  de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur en de confrontatie (botsing) met de Germaanse cultuur.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1. Romeinen en Germanen
  • Julius Caesar veroverd met zijn leger Zuid-Nederland
  • Zuid- Nederland: hier wonen de Kelten en Galliërs
  • Ten noorden van de Rijn: hier wonen de  Germanen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. contact
  • Eten en soldaten
  • Dit leidde tot een opstand
  • Als wraak vermoorde hij verschillende stammen.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

min 7 tot min 11
opdrachten
1
blz 103

Als je klaar bent ga naar blz. 109

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

opdracht bespreken
1A: 
  • Noem twee kenmerken van een landbouwsamenleving
  • Mensen (1) leven van landbouw in (2) zelfvoorzienende dorpen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

opdracht bespreken
1B:
  • Caesar dwong de Kelten een deel van hun oogst af te staan
  • Kelten vermoordden Romeinse soldaten
  • Kelten werden door Romeinen vermoord, verdreven of afgevoerd
  • Romeinen vroegen Germanen om zich in het gebied te vestigen Bataven vestigden zich in het gebied.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

opdracht bespreken
1C:
  • De rivier met de kleine letter A was de limes
  • De hoofdletters B / D geven het Romeinse gebied aan
  • De hoofdletters A / C geven het Germaanse gebied aan
  • De hoofdletter B  was het woongebied van de Bataven.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2.Limes:
  • Limes: versterkte noordgrens van het Romeinse Rijk.
  • grenzen: natuurlijke grenzen --> bergen, rivieren enz.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

2. uitbreiding of toch niet
  • Germanen waren woestelingen, maar stoere vechters
  • Drie legionen werden verslagen
  • Er komt een einde aan de Romeinse expansie (uitbreiding)
  • De Rijn wordt de grens van het rijk. 




Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2. De Rijn als grens:
  • De Romeinen sluiten een bondgenootschap met de Bataven.
  • In 69 n.C. ontstond er een opstand
  • Eerst wonnen de Bataven
  • uiteindelijk versloegen de Romeinen de Bataven.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

opdrachten
2

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

3. Romeinse invloed:
  • oprichting landbouwbedrijven
  • stichtten van steden (Utrecht, Nijmegen, Maastricht)
  • Romanisering
  • Einde van de prehistorie in Zuid-Nederland, Romeinen leren de bewoners van Zuid-Nederland schrift kennen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

odrachten
3 t/m 6

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het einde.... 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De ondergang van Rome

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De ondergang van Rome

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

oorzaken:
  • door besmettelijke ziektes daalt het aantal inwoners en daardoor gaat de productie en de handel omlaag. (vb: Coronavirus en China nu)
  • volksverhuizingen.
  • slechte keizers die zich vooral bezighouden met eigen ruzies (burgeroorlogen) en met feesten
  • Limes verzwakken.
  • Germaanse volken lukt het om met geweld het rijk binnen te dringen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Volksverhuizingen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

395 n.Chr. Opsplitsing van het rijk

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Het West-Romeinse Rijk
  •  taal: Latijn
  •  Hoofdstad: Rome
  • vaak strijd om de macht in Rome.
  •  eindigd: 476 n.Chr.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het Oost-Romeinse Rijk
  • taal: Grieks
  • hoofdstad: Constantinopel (Nu: Istanbul)
  • eindigd: 1453 n.Chr. (Byzantijnse Rijk)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Het echte einde:
  • Vandalen : plunderen de stad Rome meerdere keren.
  • in 476n.Chr. wordt een niet-Romeinse generaal keizer, hiermee vinden wij (geschiedenis mensen) dat het einde van het Romeinse rijk is aangebroken.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

opdrachten
7 en 8

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions