M3 grammaire U4 + U5
1 / 15
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Sleep de juiste vertalingen van de ontkenningen naar elkaar toe. Sleep blauw naar rood!
niet/geen
nooit
niet meer
nog niet
niets
ne ... rien
ne ... pas encore
ne ... pas
ne ... jamais
ne ... plus
Slide 2 - Drag question
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils / elles
réponds
répondons
répond
réponds
répondez
répondent
Slide 3 - Drag question
Vertaal
Hij verkoopt (vendre)
Hij verkoopt (vendre)
Slide 4 - Open question
Vertaal
Wij wachten (attendre)
Wij wachten (attendre)
Slide 5 - Open question
Vertaal
U heeft geantwoord
U heeft geantwoord
Slide 6 - Open question
Regelmatige werkwoorden
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS
Slide 7 - Drag question
vertaal
Hij kiest (choisir)
Hij kiest (choisir)
Slide 8 - Open question
wij groeien (grandir)
Slide 9 - Open question
ik ben geslaagd (réussir)
Slide 10 - Open question
Vergrotende trap:
Il est (dapperder) que mon frère
Il est (dapperder) que mon frère
A
le plus courageux
B
plus courageux
C
moins courageux
Slide 11 - Quiz
Je suis (minder boos) maintenant
A
moins fâchée
B
le moins fâchée
C
plus fâchée
Slide 12 - Quiz
Il est (de beste) footballeur
A
le mieux
B
meilleur
C
le meilleur
Slide 13 - Quiz
ils sont les héros (de sterkste)
A
le plus fort
B
les plus forts
C
plus fort
