M1b 6 december

• Frans
• MBO
• Studiejaar 1

een bloemkool

1. un poivron
2. un chou-fleur
3. un poireau
4. une soupe

de bonen

1. les petits pois
2. les haricots verts
3. les poivrons

Ik snijd de mais in blokjes :

1. Je coupe le mais en cubes
2. Tu coupes le mais en cubes
3. Il coupe le mais en cubes
4. Nous coupons le mais en cubes

de courgettes

1. la courgette
2. les courgettes
3. des courgettes

wij snijden
(snijden = couper)

1. vous coupez
2. nous coupons
3. ils coupent
4. elles coupent

jij wast
(laver = wassen)

1. je lave
2. tu laves
3. il lave
4. elle lave

Wat zijn friandises ?

1. toevoegen van vocht
2. reepjes spek
3. kleine zoete hapjes
4. bindmiddel

Wat is een medaillion ?

1. kleine blokjes groenten
2. een hoofdgerecht
3. een groot stuk vlees
4. een klein rond stukje vlees of vis

Wat is couper en rondelles ?

1. in blokjes snijden
2. in reepjes snijden
3. in plakjes snijden
4. in lange repen snijden

Wat is le four ?

1. de magnetron
2. de pan
3. de koelkast
4. de oven

Wat is verser dans un plat ?

1. in de prullenbak gooien
2. eieren kloppen
3. in een ovenschaal doen
4. in de oven doen

Ik meng
(mengen=mélanger)

1. tu mélanges
2. il mélange
3. je mélange
4. elle mélange

Tekst

de artisjokken

1. l'artichaut
2. les artichauts
3. des artichauts

een wortel

1. la carotte
2. les carottes
3. une carotte

un croque monsieur is een tosti

1. waar
2. niet waar

Een quiche heeft altijd dezelfde ingrediënten

1. waar
2. niet waar

Sophie en Madeleine kun je vervangen door

1. ils
2. elles
3. nous
4. vous

Monsieur Dupont kun je vervangen door :

1. ils
2. je
3. nous
4. il

Veel Nederlanders eten graag pommes de terre

1. waar
2. niet waar

Je déteste le poivron betekent :

1. Ik ben dol op paprika
2. Ik haat paprika

J'adore les haricots verts betekent :

1. Jij bent dol op bonen
2. Ik ben dol op bonen
3. Ik ben dol op erwten
4. Jij bent dol op erwten