BSR 12/6 1bka Spelling 7.13 onregelmatige ww

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Lees de theorie op blz. 248.
Maak de startvraag in je schrift.

Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.13.

7.13 Onregelmatige
werkwoorden

Startvraag:

1TB

SPELLING

CURSUS 7:

Startvraag: 

Zoek op wat 'onregelmatig' betekent en spel de persoonsvormen op de juiste manier (in je schrift). Wat valt je op aan de woorden?

- Ik .. (kunnen) gisteren niet naar voetbaltraining.

- Mijn pake en beppe ... (zijn) vorig jaar zestig jaar getrouwd.

- Wij ... (zullen) vast wel weer een goed plan bedenken.

In deze les:

• Lesdoelen.
• Nieuwsitem en artikel.
• Uitleg 7.13 onregelmatige werkwoorden.
• Oefenvragen in LessonUp.
• Opdrachten en huiswerk bespreken.
• Gezamenlijk afronden.

• Je kunt persoonsvormen van sterke en zwakke werkwoorden correct spellen.
• Je weet het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden.

Lesdoelen

Huiswerk bespreken

Opdracht 2 en 3 op blz. 246-247.

''De regering stopt, er komen nieuwe verkiezingen''

Maak het nieuwsbericht compleet door de werkwoorden in te vullen. 

- Let goed op wat je hebt geleerd over sterke en zwakke werkwoorden. 

- Kijk goed naar wie het werkwoord doet en in welke tijd het staat.

Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.12.

Over vijf minuten bespreken we het
artikel!

7.12 Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden

	zijn	hebben	willen	kunnen	zullen
tegenwoordige tijd
ik ...
hij/zij/jij ...
wij/jullie ...
verleden tijd
ik ...
hij/zij/jij ...
wij/jullie ...

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?

1. ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
2. ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
3. ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
4. ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?

1. ik ben, jij is, hij is, wij bennen
2. ik is, jij is, hij is, wij zijn
3. ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
4. ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Uitlegfilmpje!

Aan het werk

Wat?	7.13 Onregelmatige werkwoorden Opdracht 1 t/m 5 op blz. 248-249. Schrijf de antwoorden in je schrift!
Hoe?	Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp	De 4 B's, theorie in je boek of het vraagteken.
Tijd	Timer.
Klaar?	Oefen verder met werkwoordspelling in je online boek of op cambiumned.nl

Hulp

• Je kunt persoonsvormen van sterke en zwakke werkwoorden correct spellen.
• Je weet het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden.

Lesdoelen

https:

https://www.meesterklaas.nl/quiz/d-of-t

Maak een screenshot van de door jou gemaakte quiz waarop je score in beeld is.
Klaar? Werk alvast verder aan het huiswerk.

Score van 90% of hoger, dan mag je kiezen of je mee doet of dat je de les zelfstandig doorneemt.

Wat is het verschil tussen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden? Probeer het uit te leggen in je eigen woorden.