Brief aan jezelf

Opdracht: Brief aan jezelf.
Deze opdracht maak je voor jezelf in Word.
Als de brief af is, lever je hem in op Teams

1 / 11
next
Slide 1: Slide
MuziekSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Opdracht: Brief aan jezelf.
Deze opdracht maak je voor jezelf in Word.
Als de brief af is, lever je hem in op Teams

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?

- Aan het eind van de les weten jullie hoe je een brief aan jezelf kunt schrijven.

- Jullie hebben nagedacht over waar jullie nu zijn en waar je naartoe wilt.

Slide 2 - Slide

Brief aan jezelf
Lieve toekomstige ik…
In deze opdracht schrijf je een brief naar jezelf… 

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf ik de brief?

- Wees nonchalant. Je schrijft deze brief aan jezelf, dus schrijf alsof je praat met je beste vriend. Gebruik de ik-vorm als je in deze brief over je huidige zelf praat. Wanneer je in deze brief over je toekomstige zelf spreekt, gebruikt je ‘jij’.

Lieve ik of beste ik

Slide 4 - Slide

In de brief zet je:

-  Beschrijf wie je nu bent. Je brief moet beginnen met een korte omschrijving zoals je jezelf nu ziet.

Bijvoorbeeld:
- Wat is je naam, leeftijd, woonplaats?
- Beschrijf je huidige interesses.

Slide 5 - Slide

Wat weet ik al of waar ben ik goed in?


- Beschrijf waar je goed in bent en/of wat je allemaal al weet.

Slide 6 - Slide

Doelen en verwachtingen

- Bepaal je doelen en verwachtingen. Schrijf over dingen die nu belangrijk voor je zijn en denk na over wat je in de toekomst hoopt te bereiken.

Slide 7 - Slide

Beginnen, stoppen of doorgaan.

- Beschrijf waar je mee wilt stoppen, doorgaan of mee wilt starten. Misschien wil je stoppen met roken. Of juist ergens mee beginnen.

Slide 8 - Slide

Stel jezelf 3 vragen

- Schrijf 3 vragen aan jezelf en zet deze op papier.

Slide 9 - Slide

Geef jezelf advies
Sluit af met een advies. Bedenk welk advies je je toekomstige zelf wilt geven. Het advies kan eenvoudig of complex zijn.

Voorbeelden hiervan zijn ‘wees aardig voor mijn omgeving’, ‘leg iedere maand wat geld opzij’, ‘maak je geen zorgen, alles komt goed’ of ‘neem (school)werk serieus’.

Slide 10 - Slide

Wat moet er in de brief? (opsomming)
- Aan wie? (Lieve/beste....)
- Wie ben je? (naam, leeftijd en woonplaats)
- Wat vind je leuk en/of interessant? 
- Waar ben je goed in?
- Wat zijn je doelen? (Wat wil je in de toekomst?)
- Waar wil je mee starten, doorgaan of stoppen?
- Stel jezelf 3 vragen.
- Geef jezelf advies. (Tips voor later.)

Slide 11 - Slide