5.4 + 5.5

Welke eigenschap is dominant?
Sleep het juiste woord op de afbeelding. 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Zwart 
Wit
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welke eigenschap is dominant?
Sleep het juiste woord op de afbeelding. 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Zwart 
Wit

Slide 1 - Drag question

1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 2 - Slide

Welke vorm van overerving?
Sleep het juiste woord op de afbeelding. 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
X-chromo-somaal
auto-somaal

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Wat is het genotype van 4? 
Sleep het juiste genotype op '4'
1
2
3
4
5
6
7
8
9
XAXA
AA
Aa
aa
XAXa
XaXa
XAY-

Slide 5 - Drag question

De besproken kruising met multipele allelen...
Snap ik helemaal!
Ik snap het bijna (zelf nog even oefenen)
Ik snap het niet zo goed (zelf nog even oefenen)
Ik heb wat extra hulp nodig

Slide 6 - Poll

Sleep de juiste fenotypen op nummers 6 en 7 
IAIB
IAIA
IBIB
IAi
IBi

Slide 7 - Drag question

Wat is GEEN mogelijk genotype voor een kind van 10 en 11? 
Sleep het/de juiste genotype(n) op het vak onder de afbeelding
Geen mogelijk genotype
IAIB
IAIA
IBIB
IAi
IBi
ii

Slide 8 - Drag question


A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Even peilen. Hoe ver ben je met PO h5?
Ik moet nog beginnen
ik heb al de eerste dingen bekeken/gedaan
opdracht 1 klaar
opdracht 1 + 2 af
opdracht 1 + 2 + 3 af
Opdracht 1 t/m4 af
(bijna) helemaal klaar)

Slide 10 - Poll

Welke situatie kan NIET leiden tot een tweeling?
A
Een eicel wordt bevrucht door 2 zaadcellen
B
Er komen twee eicellen vrij tijdens de ovulatie
C
De cellen van de delende zygote vallen per-ongeluk uiteen in twee klompjes
D
Tijdens de zwangerschap van het ene kind treedt er nog een bevruchting op.

Slide 11 - Quiz

A
B
Ééneiige tweeling
Twee-eiige tweeling

Slide 12 - Drag question

Welke tweelingen zijn genetisch (bijna) identiek?
A
Ééneiig
B
Twee-eiig

Slide 13 - Quiz

Deze cellen zijn ____________
notatie: ____
A
B
Ééneiig
Twee-eeiig
Haploïd
Diploïd
n
2n

Slide 14 - Drag question