Easton

Easton
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Easton

Slide 1 - Slide

In welke fase van het systeemmodel van Easton heeft de vierde macht vooral invloed?
A
Invoerfase en als poortwachter
B
Invoer- en feedbackfase
C
Omzet- en uitvoerfase
D
Omzet- en feedbackfase

Slide 2 - Quiz

Wat betreft politieke besluitvorming, kennen we 3 fasen binnen het model van Easton. In welke fase van het systeemmodel wordt een maatschappelijk probleem een politiek probleem?
A
De invoerfase
B
De omzetfase
C
De uitvoerfase
D
De feedbackfase

Slide 3 - Quiz

In welke fase van het systeemmodel van Easton heeft de vijfde macht vooral invloed?
A
Invoerfase en als poortwachter
B
Invoer- en feedbackfase
C
Omzet- en uitvoerfase
D
Omzet- en feedbackfase

Slide 4 - Quiz

I. De belangrijkste taken van de provincie liggen op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening.

II. Het dagelijks bestuur van de provincie wordt één keer per vier jaar rechtstreeks gekozen door de inwoners van Nederland.

A
I en II zijn beide juist.
B
I is juist, II is onjuist.
C
. I is onjuist, II is juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 5 - Quiz

Enkele uitspraken over de commissaris van de Koning:

I. De commissaris van de Koning wordt benoemd.
II. De commissaris van de Koning is voorzitter van de Gedeputeerde Staten.
III. De commissaris van de Koning is voorzitter van de Provinciale Staten.

A
Alleen I is juist.
B
II en III zijn juist.
C
Alle antwoorden zijn juist.
D
Alleen II is juist.

Slide 6 - Quiz

Het college van B en W:

I. vormt het dagelijks bestuur van de gemeente.
II. is gekozen.
III. vormt de uitvoerende macht.

A
Alleen III is juist.
B
I en III zijn juist.
C
II en III zijn juist.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 7 - Quiz

De gemeenteraad:

I. stemt over alle belangrijke gemeentelijke besluiten.
II. controleert het college van B en W.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide juist.

Slide 8 - Quiz

Opdracht
Voorbereiding: ga met je aangegeven groepje bij elkaar zitten. 

Stap 1: Lees samen de casus 
Stap 2: Verdeel de kaartjes, zonder ze eerst te lezen! 
Stap 3: Denk even paar minuten na of schrijf wat op 
Stap 4:Ga met elkaar in discussie en kom tot een gezamenlijk antwoord op de vraag die gesteld wordt in de casus .

Slide 9 - Slide

Bij internalisatie:....
A
is er sprake van onvolledige socialisatie
B
leren mensen door sociale controle cultuurkenmerken aan
C
staat de persoonlijke identiteit centraal
D
gedragen mensen zich zoals de omgeving van hen verwacht.

Slide 10 - Quiz

Socialisatie?
A
Alle regels en gewoonten die je leert van je ouders, je leraren en andere volwassenen.
B
het aanleren van normen, waarden en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen
C
Aangeboren eigenschappen
D
Aangeleerde eigenschappen

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN internalisatie
A
Fietsen
B
Schrijven
C
Praten
D
Een nieuwe taal leren

Slide 12 - Quiz

"Nederlanders zijn gierig" is een voorbeeld van een...
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Denken in hokjes
D
Discriminatie

Slide 13 - Quiz

Omlopen als je een paar mannen met motorhesjes ziet staan is een voorbeeld van...
A
Een vooroordeel
B
Een stereotype
C
Denken in hokjes
D
Discriminatie

Slide 14 - Quiz

Vooroordeel
A
Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen
B
Overdreven beeld van een groep mensen
C
Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
D
Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.

Slide 15 - Quiz


Wat bedoelen we met hokjes denken?

Slide 16 - Open question