H3 Taalverzorging: woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Grammatica woordsoorten

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek
• Laptop
• Schrift 
• Pen

Lezen

DOEL

- je kunt lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden (zww en hww), voorzetsels en voegwoorden herkennen.

woordsoorten

HERHALING grammatica woordsoorten

2. Het is een goed plan.

Is het wel of geen lidwoord?

1. wel
2. geen

3. Het meisje was weggelopen.
het is .....

1. geen lidwoord
2. wel een lidwoord

4. Hij behoorde tot een van de winnaars.
een is …...

1. wel een lidwoord
2. geen lidwoord

HERHALING grammatica woordsoorten

1. Wat is het zelfstandig naamwoord?

1. liever
2. slim
3. kans
4. leuk

HERHALING grammatica woordsoorten

7. Een bn zegt iets over een …...

1. lw
2. zn
3. ww

8. Een bn staat meestal …… het zn.

1. voor
2. achter

9. Maak een kort zinnetje waarbij het bn achter het zn staat.

Werkwoord

Zegt wat iets of iemand doet of overkomt.

Kan in verschillende vormen voorkomen. 

HERHALING grammatica woordsoorten

HERHALING grammatica woordsoorten

HERHALING grammatica woordsoorten

Benoem het onderstreepte woord.

De aardige dame heeft de onzekere jongen een compliment gegeven. 

1. blw
2. bn
3. zn
4. zww

Benoem het onderstreepte woord.

De aardige dame heeft de onzekere jongen een compliment gegeven. 

1. blw
2. bn
3. zn
4. zww

Benoem het onderstreepte woord.

Op de tafel stond een mooie bos bloemen. 

1. lw
2. zn
3. bn
4. vz

17. Benoem het onderstreepte woord.

Op de tafel stond een mooie bos bloemen. 

1. bn
2. zn
3. ww

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je kunt sommige woordsoorten vaker gebruiken 

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

werkwoord

Voorzetsel

Aan

het

water

zat

een

slaperige

visser.

Aan de slag

Maak nu:

opdracht 1, 3, 6 
( lesboek blz 82/83 EN blz 213 voor ondersteuning) 

Wat in de les niet af komt = huiswerk