H4 PTO 3 Britse Rijk L3/4 Britse Rijk Vestigingskoloniën en plantage-economie

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Slide

De Reformatie is:
A
Hetzelfde als de hervorming waarbij Luther en Erasmus samen een nieuwe kerk oprichtte
B
Hetzelfde als de hervorming waarbij Luther en later Calvijn de Katholieke kerk wilden aanpassen (opnieuw inrichten) op basis van de Bijbel. De katholieke kerk vond dit ketterij.
C
Hetzelfde als de ontdekkingsreizen waarbij Luther en Calvijn door Europe reisden om stellingen op kerkdeuren te spijkeren.
D
Hetzelfde als de ontdekkingsreizen waarbij Vasco da Gama en Columbus samen Amerika ontdekten

Slide 2 - Quiz

Niet alleen de Nederlanden werden op gegeven moment Protestants. Ook Engeland doorstond een reformatie.
Noem de juiste politieke verklaring voor het uitbreken van de reformatie in Nederland en in Engeland.
A
Karel V en Filips II wilden dat Nederland katholiek bleef omdat zij als politiek beleid hadden dat al hun gebieden Katholiek waren. De Engeland werd Protestants omdat de koning katholieken haatte.
B
De Nederlanden werden protestants omdat zij hun eigen rechten wilden en zij vonden dat dit niet gerespecteerd werd door Karel V en Filips II. De Engelse koning wilde Katholiek blijven maar zijn vrouw was Protestants.
C
Veel Nederlanders steunden een vorm van Protestantisme omdat het beter aansloot bij hun leefwereld dan de Katholieke kerk met priesters en bijbels in het Latijn.. De Engelse bevolking deed gewoon wat hun koning zei.
D
Karel V en Filips II wilden dat Nederland katholiek bleef omdat zij als politiek beleid hadden dat al hun gebieden Katholiek waren. De Engeland werd Protestants omdat de Paus weigerde om de koning te laten scheiden.

Slide 3 - Quiz

De 'Pilgrim Fathers' waren
A
Engelse gematigde Calvinisten
B
Engelse radicale Calvinisten
C
Engelse gematigde Anglicanen
D
Engelse radicale Anglicanen

Slide 4 - Quiz

Schilderij: "Pilgrim Fathers gaan naar de kerk' (1867 Amerikaanse schilder George Henry Boughton).

Is dit schilderij bruikbaar voor een onderzoek over de ervaringen van de Pilgrim Fathers in hun eerste jaar na aankomst? Leg je antwoord uit.

Slide 5 - Open question

Schilderij: "Pilgrim Fathers gaan naar de kerk' (1867 Amerikaanse schilder George Henry Boughton).

Is dit schilderij bruikbaar voor een onderzoek over de manier waarop de Pilgrim Fathers worden afgebeeld (beeldvorming) in de loop van de geschiedenis?

Slide 6 - Open question

Schilderij: "Pilgrim Fathers gaan naar de kerk' (1867 Amerikaanse schilder George Henry Boughton).

Is dit schilderij bruikbaar voor een onderzoek over de manier waarop de Pilgrim Fathers worden afgebeeld (beeldvorming) in de loop van de geschiedenis?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Voor deze les kan je:
  • Kan je uitleggen waarom Engeland een vijand was van Spanje
  • Ken je de topografie van Engelse koloniëen 1580-1900 

Na deze les: 
(Her)ken je KA: Het begin van de Europese overzeese expansie
(Her)ken je KA: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
(Her)ken je KA: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
  • Kan je uitleggen wat de verschillen zijn tussen vestigingskoloniën, plantagekoloniën en handelsposten.
  • Kan je uitleggen wat een plantage-economie is.
  • Weet je dat Engeland eilanden in het Caribische gebied koloniseerde om te gebruiken als plantages
  • Weet je welke producten er op deze plantages werden geproduceerd. 



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat kwamen Europeanen doen in Amerika? 

Slide 13 - Slide

Wat kwamen Europeanen doen in Amerika? 

Slide 14 - Slide

Wat kwamen Europeanen doen in Amerika? 
\Noord-Amerika: Vestigingskoloniën: Pilgrim Fathers en andere immigranten bouwen nederzettingen en blijven daar wonen. Zij zijn autarkisch (zelfvoorzienend) en officieel onderdanen van de Engelse Koning
Caraïben: Plantagekoloniën & plantage-economie: Engelse ondernemers bouwen plantages.
Doel: snel rijk worden en dan in Engeland in luxe leven
Hoe: Arbeid via slavernij
Zuidelijke Engelse koloniën van Noord-Amerika: plantagekoloniën voor een planteage-economie

Slide 15 - Slide

Vestigingskolonie
  • Meerderheid bevolking is Europeaan/Europese afkomst
  • Samenleving is autarkisch: boerengemeenschappen
  • Weinig tot geen slavernij



Slide 16 - Slide

Plantagekolonie
  • Meerderheid bevolking is slaaf, onder leiding van een Europese minderheid 
  • Samenleving produceert voor export: Plantages 
  • Veel slavernij 



Slide 17 - Slide

Noord-Amerika
Reden voor verschil in type kolonie:
Klimaat in het Zuiden is gunstig voor groei tabak en arbeidsintensieve plantageproducten.
(tabak heeft droge periodes nodig) 

Slide 18 - Slide

Wereldwijd
  • Handelsposten (Portugese handelsrijk) 
  • Vestigingskoloniën
  • Plantagekoloniën

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Britse Rijk
Royal African Company: Engelse versie WIC 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Welke bronnen horen bij:
Vestigingskolonie want: 
Plantagekolonie want: 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Leerdoelen
Voor deze les kan je:
  • Uitleggen wat de Reformatie was
  • Uitleggen waarom Spanje zo rijk was in de 16e eeuw

Aan het eind van deze les:
  • (Her)ken je de redenen voor de Engelse overzeese expansie
  • Kan je uitleggen waarom Engeland protestants is geworden
  • Kan je uitleggen waarom Engeland een vijand was van Spanje
  • Kan je uitleggen hoe het Engelse wereldrijk begon
  • Ken je de topografie van Engelse koloniëen 1580-1900 



Slide 33 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 34 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 35 - Open question