3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Paragraaf 3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden Eeuw


2 VWO
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Paragraaf 3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek

Hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden Eeuw


2 VWO

Slide 1 - Slide

Programma
Terugblik 3.4
Uitleg 3.5
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Terugblik 3.4

Slide 3 - Slide

Wat heeft de kaapvaart te maken met de Tachtigjarige Oorlog?

Slide 4 - Open question

Waarom werd de kolonie in Brazilië opgeheven?
A
Er wilden geen kolonisten wonen
B
Kolonie was niet rendabel genoeg
C
Werd verloren aan de Portugezen
D
Piraterij

Slide 5 - Quiz

Welke vracht werd er doorgaans door de WIC vervoerd van Amerika naar Amsterdam?
A
Slaven
B
Goud, Zilver
C
Kleding
D
Plantageproducten

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het begrip 'handelsmonopolie'?
A
Kapen van schepen
B
Alleenrecht op handel
C
Het opstapelen van goederen
D
Concurrentie tussen voorcompagnieën

Slide 7 - Quiz

De Acte van Navigatie betekende dat ..
A
Geen NL'se schepen meer welkom waren in GB
B
GB op zoek ging naar nieuwe koloniën
C
GB geen handel meer wilde met NL
D
Er oorlog kwam tussen NL en GB

Slide 8 - Quiz

Belangrijke begrippen

  •  Tolerantie
  • Schuilkerken
  • Wetenschappelijke revolutie
  • Rationalisme 
Belangrijke personen

  •  Baruch Spinoza
  • Hugo de Groot
  • Antoni van Leeuwenhoek
  • Christiaan Huygens 

Slide 9 - Slide

Geloof en tolerantie
  • Protestantse kerk is bevoorrechte kerk
  • Republiek tolerant tegenover andere geloven
  • Katholieken bouwden schuilkerken
  • Tolerantie hangt af van economie 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Tolerantie en wetenschap 

  • Vrijheid van denken gaf ruimte voor nieuwsgierigheid naar wetenschappelijk onderzoek 

  • Nieuwe ontdekkingen over de mens en samenleving

  • Kunstenaars werden ook beïnvloed: werkelijkheid en verstand 

  • Italiaanse stroming in kunst en wetenschap : Renaissance (wedergeboorte)  

Leonardo Da Vinci (1452-1619) 

Slide 12 - Slide

Wetenschappelijke
revolutie (1)
  • Snelle ontwikkeling in West-Europa op het gebied uitvindingen en wetenschap.
  • Mogelijk door de vrijheid van denken, nieuwsgierigheid en eigen geloof. 
  • Rationalisme: probeerden de wereld te
    begrijpen met het verstand i.p.v. vanuit het geloof. 
- Vrij denken 
- Onderzoek doen 
- Testen 

Slide 13 - Slide

Baruch de Spinoza
  • 1632-1677 
  • Durfde te schrijven dat de Bijbel niet van God zou komen
  • Zocht het goddelijke in de natuur
  • Rationalisme 
  • Spinoza zette wetenschappelijke revolutie in gang

Slide 14 - Slide

Hugo de Groot
  • Rechtsgeleerde
  • Idee= Volkenrecht (regels tussen staten)
  • Idee= Oorlogsrecht (regels voor oorlog)
  • Idee= Vrije zee (iedereen mag over handelen)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Antoni van Leeuwenhoek

  • Uitvinding van de microscoop
  • Zag voor het eerst bacteriën!
  • Ringen rond planeet Saturnus (1656)

Slide 17 - Slide

Christiaan Huygens
  • Wiskunde, sterrenkunde, natuurkunde
  • Uitvindingen:  Verbeterde telescoop en slingeruurwerk (exacte tijd kunnen bepalen)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welke wetenschappers/filosofen hebben een bijdrage geleverd aan de Wetenschappelijke revolutie?
  1. Kies in tweetallen of drietallen een wetenschapper/filosoof uit de Gouden Eeuw (Baruch de Pinoza, Hugo de Groot, Antoni van Leeuwenhoek, Christaan Huygens). Andere mogen ook. Overleg dit even.
  2. Onderzoek welke bijdrage hij heeft geleverd aan de wetenschap in die tijd en hoe hij dit deed.
  3. Schrijf een verhaal waarbij je in de huid kruipt van de wetenschapper/filosoof
  4. Leg in minimaal 50 woorden en maximaal 100 woorden uit hoe hij onderzoek deed en welke ontdekkingen hij deed.
  5. Voorlezen en beoordelen: Wie heeft volgens jullie de belangrijke bijdrage geleverd en waarom?







timer
15:00

Slide 20 - Slide

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van 3.5 de opdrachten 

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Keuze: markeer belangrijke zinnen, popplet, Quizlet.

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 21 - Slide