v4 - di050923

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Grammaire 
  • Au travail
  • Les devoirs

Doel: kunnen omschrijven hoe een persoon, dier of ding eruit ziet d.m.v. een bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 3 - Mind map

Vorm: Hoofdregel
mnl. ev.
-
vrl. ev.
e
mnl. mv
s
vrl. mv
es

Slide 4 - Slide

Vorm: uitzonderingen mannelijk enkelvoud
Bij 
- mannelijk woorden
- in enkelvoud
- beginnend met stomme h/klinker (bijv. hôtel/arbre) 

hebben beau/nouveau/vieux een andere vorm:
bel / nouvel / vieil            (un bel hôtel, un vieil arbre)

Slide 5 - Slide

Vorm: uitzonderingen vrouwelijk enkelvoud
  • -e blijft -e                un pantalon rouge - une jupe rouge
  • -er wordt -ère         le dernier concert - la dernière fois
  • -f wordt -ve             un garçon sportif - une fille sportive
  • -x wordt -se            un homme heureux - une femme 
  •                                                                  heureuse

Slide 6 - Slide

Vorm: uitzonderingen vrouwelijk enkelvoud
Dubbele medeklinker bij:
  • -el wordt -elle (naturel -> naturelle) 
  • -on wordt -onne (bon -> bonne)
  • -en wordt -enne (italien -> italienne) 

Slide 7 - Slide

Vorm: uitzonderingen vrouwelijk enkelvoud

gros - grosse
bas - basse
gentil - gentille
pareil - pareille
beau - belle
nouveau - nouvelle
franc - franche
blanc - blanche


long - longue 


sec - sèche
frais - fraîche
long - longue
favori - favorite 
fou - folle 
faux - fausse 
doux - douce
vieux - vieille 
inquiet - inquiète

Slide 8 - Slide

Vorm: uitzonderingen meervoud
  • -s blijft -s                   un souris gris - des souris gris
  • -x blijft -x                   le vieux livre - les vieux livres
  • -al wordt -aux           le concours national - les .. nationaux
  • -eau wordt -eaux      le beau garçon - les beaux garçons

Slide 9 - Slide

Plaats: hoofdregel
  • In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord. 

Un homme intéressant 
Une fille sympathique

Slide 10 - Slide

Plaats: uitzondering
beau - bon - joli
haut - long - petit 
jeune - vieux - grand 
gros - mauvais - méchant 
premier - deuxième (alle rangtelwoorden)
dernier - autre - nouveau

Slide 11 - Slide

Au travail
timer
20:00

Slide 12 - Slide

Corriger ex. 11A
  1. bon - goed
  2. difficile - moeilijk
  3. blonds - blond
  4. nouveaux - nouveau 
  5. personel - persoonlijk
  6. belle -  mooi

Slide 13 - Slide

Corriger ex. 11B
  1. un bel homme
  2. un nouvel ordinateur
  3. un vieil agenda

Slide 14 - Slide

Corriger ex. 11
  1. un gros monsieur
  2. un prof sportif
  3. un meilleur lycée
  4. un conseil dangereux

Slide 15 - Slide

Corriger ex. 11
  1. une vieille dame
  2. trois grandes maisons
  3. un nouvel ordinateur
  4. deux pays Européens

Slide 16 - Slide

Corriger ex. 11C
  1. petits pains
  2. jeune chien
  3. devoirs difficiles
  4. vieil homme
  5. livres anglais
  6. T-shirts blancs
  7. fille sportive
  8. long voyage

Slide 17 - Slide

Les devoirs
Mardi 5 septembre

Apprendre: page 102 (attention! écrire NF)
Faire:  ex.11ABCD



Slide 18 - Slide