Een tekstgedeelte (een of meer zinnen of een of meer alinea’s) heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord als: argument, conclusie, standpunt of voorbeeld.
Andere functiewoorden zijn bijvoorbeeld: aanbeveling, aanleiding, constatering, gevolg, oorzaak, oplossing, probleemstelling, samenvatting, tegenwerping en uitwerking.
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
Soms kun je de functie van een tekstgedeelte herkennen aan een signaalwoord, zoals ‘zo’ bij een voorbeeld of ‘dus’ bij een conclusie. De functie van onderstaande alinea is samenvatting. Dat zie je mede aan het signaalwoord ‘Kortom’.
"Kortom, er blijken biologische en sociale oorzaken te zijn voor het feit dat mensen graag naar muziek luisteren. Ze leren er hun emoties door kennen."
Slide 8 - Slide
herhaling functiewoorden: functiewoorden zijn woorden die wat omschrijven?
A
de functie van een titel
B
de functie van een conclusie
C
de functie van een alinea
D
de functie van een woord
Slide 9 - Quiz
Wat was de functie van het slot op de vorige pagina?
A
Een samenvatting
B
Een advies
C
Een conclusie
D
Een wens
Slide 10 - Quiz
Wat is de functie van de alinea op de vorige slide?
A
Een samenvatting
B
Een advies
C
Een conclusie
D
Een wens
Slide 11 - Quiz
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen/alinea's leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het deelonderwerp
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 12 - Quiz
Functiewoorden. Wat is een verklaring?
A
Een omschrijving van een probleem
B
Een goede raad
C
Een reactie op een bepaalde mening
D
Een uitleg van een verschijnsel of situatie
Slide 13 - Quiz
Functiewoorden. Wat is een aanbeveling?
A
Een omschrijving van een probleem.
B
Een goede raad.
C
Een reactie op een bepaalde mening.
D
Een uitleg van een verschijnsel.
Slide 14 - Quiz
Vandaag
Leren:het verschil tussen functiewoorden en signaalwoorden.
Maken:H6 Functiewoorden opdracht 1, 5 en 6.
Daarna: checken wat je nog weet.
Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda:bij vrijdag.
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Functiewoord
Signaalwoord
/tekstverband
bewering
bovendien
maar
definitie
kortom
omdat
aanleiding
toelichting
tenzij
vergelijking
verklaring
vervolgens
voorwaarde
toen
Slide 16 - Drag question
Verbind de Functiewoorden met de juiste signaalwoorden