mask crimi 3.2 kb les 2 en les 3

3.2 Oorzaken van criminaliteit 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Oorzaken van criminaliteit 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

planning:
- Bespreking excursie/toets
- Herhaling vorige les: risicofactoren/beschermende factoren.
- Uitleg 3.2: 6 theorieën over criminaliteit.
- Oefenvragen lessonup
- Vragen boek.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

ABCD

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Op welke manier kunnen foute vrienden een risicofactor zijn voor het vertonen van crimineel gedrag?
Op welke manier kunnen foute vrienden een risicofactor zijn voor het vertonen van crimineel gedrag?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Vraag op de volgende slide
Situatie: Pim heeft heel veel moeite om zich te beheersen en krijgt regelmatig ruzie.       Vorige week heeft hij tijdens het stappen iemand knock-out geslagen. 

Slide 5 - Slide

In de volgende slide komt er een vraag over deze situatie. 



Welke risicofactor komt in de situatie
met Pim het meest naar voren?
Welke risicofactor komt in de situatie met Pim het meest naar voren?
A
Psychische problemen of gedragsproblemen
B
Een slechte opvoeding
C
Problematisch drank- of drugsgebruik
D
Foute vrienden of groepsdruk

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er verstaan onder beschermende factoren voor crimineel gedrag?
A
Factoren die crimineel gedrag verklaren
B
Factoren die crimineel gedrag verkleinen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Mats haalt veel minder rottigheid uit sinds hij samenwoont
A
Relatie
B
Werk en onderwijs
C
Gezin
D
Sociale vaardigheden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Joyce gaat om 01.00 uur toch maar naar huis omdat ze weet dat haar moeder anders ongerust wordt.
A
Relatie
B
Werk en onderwijs
C
Gezin
D
Sociale vaardigheden

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

3.2 Theorieën over criminaliteit

6 theoriën die:
- Proberen te verklaren waarom criminelen iets doen.
- Handig want dan kun je het beter aanpakken/oplossen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aangeleerd gedragstheorie:
Volgens deze theorie zijn criminelen niet slechter dan anderen ze hebben alleen verkeerd gedrag aangeleerd.

Je 'leert' crimineel gedrag van je ouders/vrienden.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bindingstheorie:
Volgens deze theorie zorgt maatschappelijke binding (een band met gezin, school, vriendengroep, vrijetijdsverenigingen) ervoor dat criminaliteit sterk vermindert.
Wanneer je een hechte band hebt met mensen in je omgeving dan ga je minder snel criminele dingen doen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rationele-keuze-theorie:
Volgens deze theorie is een misdrijf altijd een rationele afweging. 
Een afweging van kosten:
- Hoe groot is de kans dat ik gepakt wordt
- Hoe goed is de beveiliging
- Hoe goed is de sociale controle

En wat levert het op?
-Hoeveel geld
- Goederen

'De gelegenheid maakt de dief'

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Etikettentheorie:
Deze theorie stelt dat wanneer de omgeving het etiket ‘crimineel’ op een persoon drukt, die persoon zich hier ook naar gaat gedragen. 
"Iedereen denkt toch al dat ik crimineel ben, dus wat maakt het uit als ik een delict pleeg?"

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

GT Anomietheorie:
Anomie betekent letterlijk normloosheid.
Maatschappelijk succes is in de westerse samenleving heel belangrijk.
Niet iedereen lukt dat (bijvoorbeeld door armoede, discriminatie of gebrek aan opleiding).

Volgens deze theorie is succesvol zijn of lijken belangrijker dan de manier waarop je dat bereikt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

GT: Neutraliseringstheorie:
Volgens deze theorie hebben deze jongeren net als iedereen een innerlijke stem die zegt: ‘Dit hoor je niet te doen’.

Maar als ze in een groep op stap zijn, schakelen ze die stem uit. 

Zij leggen de schuld dan buiten zichzelf, ontkennen hun eigen verantwoordelijk of ontkennen dat iemand hiermee schade is toegebracht.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenvragen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een Hells Angels wordt vaak argwanend aangekeken. Vervolgens doet hij zijn eerste criminele misstap.
A
Bindingstheorie
B
Neutraliseringstheorie
C
Anomietheorie
D
Etikettentheorie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Joop zijn vader sloeg zijn moeder. Joop lost zelf ook altijd ruzies met zijn vuisten op.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedrag theorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een vrouw ziet iedereen om zich heen met de nieuwste smartphones, maar kan het zelf niet betalen. Ze koopt vervolgens 'via via' een nieuwe telefoon.
A
Neutraliseringstheorie
B
Anomietheorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Situatie: Timo heeft geen
goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds
veel alleen buiten en is hij
crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen. 
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een cipier zegt dat de drie W's (wijf, werk, woning)mannen afhouden van criminaliteit.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedragtheorie
C
Rationele keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als jij je huis goed beveiligd tegen inbraak dan voorkom je criminaliteit
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd gedragtheorie
C
Rationele-keuzetheorie
D
Bindingstheorie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In veel sportcentra staat een melding in de kleedkamers: "De directie is niet aansprakelijk voor diefstal of verdwijning van uw spullen".
A
Rationele keuzetheorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Ettiketeringstheorie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Als de vader van Jan boos is, geeft hij de moeder van Jan wel eens een klap. Jan leert hierdoor niet hoe hij goed met woede kan omgaan. Als hij boos is, gaat hij slaan en vechten.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Anomietheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Bindingstheorie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Samija jat soms dure kleding uit de winkel. Maar in de meeste winkels hangen nu camera’s, en het personeel let steeds beter op. Ze besluit dat de kans te groot is dat ze wordt gepakt, en ze stopt.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Anomietheorie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

2 examenvragen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Maken boek:
Opdracht:
9/10: blz 34
samenvatting

Slide 28 - Slide

This item has no instructions